maandag 16 mei 2011

Parenteel van Carlo Maria Buonaparte

1 Carlo Maria Buonaparte is geboren op dinsdag 29 maart 1746 in Ajaccio. Carlo is overleden op donderdag 24 februari 1785 in Montpellier, 38 jaar oud.
Notitie bij Carlo: was een Corsicaans advocaat en de vader van Napoleon Bonaparte.
Hij studeerde rechten aan de universiteit van Pisa en huwde op 22 juni 1764 Maria Laetitia Ramolino. In 1768 en 1769 streed hij onder Pasquale Paoli tegen Frankrijk voor de onafhankelijkheid van Corsica. Toen deze werd verslagen stelde Carlo zich in dienst van de Fransen en werd assessor van Ajaccio en in de adelstand opgenomen (1771). Twee jaar later kreeg hij de functie van koninklijk raad. Hij bewerkstelligde in 1778 voor zijn zoons Jozef en Napoleon een kosteloze plaats aan de militaire school van Brienne.

De immer optimistische en zeer opportunistisch Carlo trachtte als fervent gokker en verkwister voortdurend middels gerechtelijke procedures land en geld te verkrijgen. Hij intrigeerde om een hogere posities en liet zich in met allerlei riskante zakelijke ondernemingen. De laatste jaren van zijn leven leed hij aan maagkanker en reisde om een geneesmiddel te zoeken naar Parijs en Montpellier. Hij stierf aldaar op 24 februari 1785 en liet zijn familie zo goed als bankroet achter. Napoleon zou hem later beschrijven als een goed mens die zich graag belangrijker voordeed dan hij was en een zwak voor vrouwen had.
Carlo trouwde, 18 jaar oud, op zaterdag 2 juni 1764 met Maria Laetitia ( Madame Mère) Ramolino, 13 jaar oud. Maria is geboren op maandag 24 augustus 1750 in Ajaccio. Maria is overleden op dinsdag 2 februari 1836 in Rome, 85 jaar oud.
Notitie bij Maria: Ze was de dochter van Giovanni Geronimo Ramolino 13 april 1723 - 1755 en Angela Maria Pietrasanta +- 1725 – 1790

Ze trouwde op 14 jarige leeftijd Carlo Buonaparte op 2 juni 1764 en was de "stammoeder" van de familie Bonaparte. Van haar 13 kinderen overleefden er 8. Het ter wereld zetten van zoveel kinderen deed haar aanzien stijgen. Haar zoon Napoleon Bonaparte was de eerste keizer van Frankrijk. Alhoewel ze de (groot)moeder van Keizers, koningen en prinsen was, had ze geen adellijke of keizerlijke titel. Haar opvoeding was eenvoudig.

Ze was, naar eigen zeggen, “De enige vrouw in de geschiedenis die één keizer en zoveel koningen heeft geranseld”. Hetgeen aangeeft dat ze een strenge vrouw was. Ondanks keizerlijke status van Napoleon, had ze zelf geen adellijke of keizerlijke status overgehouden aan het avontuur van haar zoon.

Haar halfbroer was Joseph Fesch die zijn neef de keizer steunde en tijdens het keizerrijk kardinaal werd.

Toen haar liefde voor Frankrijk bekend werd, moest ze, samen met Fesch, Corsica in de nacht verlaten.

Haar mening was voor haar zoon zeer belangrijk - naar verluidt was zij erg streng in de opvoeding van haar kinderen. Er waren steeds vaker onenigheden in het gezin. Een twist tussen Napoleon en zijn broer Lucien weerhield haar er zelfs van de zelfkroning van haar zoon tot keizer, in de Notre Dame in Parijs, bij te wonen. Deze gebeurtenis is afgebeeld op een schilderij van Jacques-Louis David, "Le sacre de Napoléon". Op dit schilderij zijn, naast anderen, Lucien en Maria Laetitia afgebeeld. In werkelijkheid waren zij niet aanwezig bij de zelfkroning.

Hoewel de Fransen in 1769 zeggenschap over het eiland kregen, heeft ze nooit de moeite genomen om Frans te leren. Wel sprak ze een beetje Italiaans, en Corsicaans. Toen ze 35 was stierf haar man Carlo Buonaparte (1785). Een jaar voor zijn dood was hij vertrokken naar Montpellier, in Zuid-Frankrijk. Hier werd hij behandeld voor maagkanker, waar hij uiteindelijk aan sterft in 1785. Hun dochter Pauline en twee van hun zoons, Lucien en vermoedelijk ook Napoleon, sterven aan dezelfde ziekte. De dood van haar man maakte van Maria Laetitia “Madame, de moeder van Zijne Majesteit de keizer"(Madame Mère de l’Empereur). Na de dood van Carlo blijkt dat deze een groot aantal schulden had gemaakt tijdens zijn leven. Hierdoor raakten zij afhankelijk van de zorgen van een oom. De oudste zoon Joseph was toentertijd teruggekeerd naar Corsica, en dus was het aan de jonge Napoleon (in die tijd zestien jaar oud) om de zaken in Frankrijk van zijn vader over te nemen.¹

Ze stierf in Rome aan ouderdom op 86 jarige leeftijd, een kleine 15 jaar na de dood van Napoleon Bonaparte. Tegen die tijd was ze nagenoeg blind.
Kinderen van Carlo en Maria:
1 Jozef Napoleon Bonaparte, geboren op donderdag 7 januari 1768 in Corte. Volgt 2.
2 Napoleon Bonaparte, geboren op dinsdag 15 augustus 1769 in Ajaccio (Corsica). Volgt 4.
3 Lucien Bonaparte, geboren op zondag 21 mei 1775 in Ajaccio. Volgt 5.
4 Maria Anna "Elisa" Bonaparte, geboren op vrijdag 3 januari 1777 in Ajaccio. Volgt 7.
5 Lodewijk Napoleon (de Lamme Koning of Lodewijk de Goede) Bonaparte, geboren op woensdag 2 september 1778 in Ajaccio. Volgt 8.
6 Marie Paulette (Pauline) Bonaparte, geboren op vrijdag 20 oktober 1780 in Ajaccio. Volgt 10.
7 Maria Annunciata (Carolina) Bonaparte, geboren op maandag 25 maart 1782 in Ajaccio. Volgt 11.
8 Jérôme ( König Lustig) Bonaparte, geboren op maandag 15 november 1784 in Ajaccio. Volgt 16.
2 Jozef Napoleon Bonaparte is geboren op donderdag 7 januari 1768 in Corte, zoon van Carlo Maria Buonaparte (zie 1) en Maria Laetitia ( Madame Mère) Ramolino. Jozef is overleden op zondag 28 juli 1844 in Florence, 76 jaar oud.
Notitie bij Jozef: Jozef was van oorsprong advocaat te Ajaccio, een van de leiders van de democratische Fransgezinde partij op Corsica en officier in het leger. Samen met de andere - toen nog onbelangrijke - Bonapartes vluchtte hij toen deze partij door de conservatieve partij van Pasquale Paoli was overwonnen in 1792 naar Marseille. Op 1 augustus 1794 trouwde hij te Cuges-les-Pins (Frankrijk) met Julie Clary, dochter van een rijk zijdehandelaar en zuster van Désirée Clary, met wie Napoleon in zijn jonge jaren (toen hij nog in Marseille woonde) een relatie had.

Jozef hielp in 1796 en 1797 namens het Directoire het Franse bestuur op Corsica organiseren en in 1797 en 1798 was hij Frans gezant bij de paus. Hij leidde de onderhandelingen met Oostenrijk onder Frans I die resulteerden in de Vrede van Lunéville (9 februari 1801). Hij was altijd jaloers op zijn broer Napoleon, die het veel verder had geschopt dan hij en - hoewel hij jonger was - familiehoofd was. Daar Jozef slechts dochters had, trachtte Napoleon hem er na zijn kroning tot keizer toe te brengen van zijn aanspraak op troonopvolging af te zien, hetgeen hij weigerde.

Napoleon achtte zijn broer echter hoog en maakte hem in 1806 tot koning van het door Frankrijk veroverde Koninkrijk Napels. Jozef ging ijverig en goedbedoelend aan de slag, maar slaagde er niet in de invloed van de oude Napolitaanse Bourbon-koning Ferdinand IV voldoende te doen afnemen. De keizer benoemde op 15 juli 1808 zijn zwager Joachim Murat tot nieuwe koning van Napels en maakte Jozef koning van Spanje. De vorige Spaans koning Karel IV was op 2 mei 1808 onder druk ten gunste van Napoleon afgetreden.

Ook in Spanje was Jozef ondanks goede bedoelingen niet opgewassen tegen de volksopstand die was ontstaan. Vanwege zijn vermeende drankzucht noemde het Spaanse volk hem Pepe Botella ("Joop Fles"). Na de nederlaag bij Vitoria-Gasteiz van 21 juni 1813 verliet hij Spanje voorgoed. Hij ging het leger in en moest als commandant van Parijs voor de geallieerden capituleren. Na de val van Napoleon nam hij de titel graaf van Survilliers aan en ging naar Bordentown, New Jersey (VS). 17 jaar later verhuisde hij naar Florence, alwaar hij ook stierf. Hij ligt begraven in Les Invalides te Parijs.
Heerlijkheid:
koning van Napels (1806-1808) en vervolgens van Spanje (1808-1813).
Jozef trouwde met Julie Clary. Julie is geboren op donderdag 26 december 1771 in Marseille, dochter van François Clary. Julie is overleden op maandag 7 april 1845 in Florence, 73 jaar oud.

Notitie bij Julie: Zij was de dochter van François Clary, een rijke zijdenhandelaar uit Marseille. Julie kwam via haar zuster Désirée Clary, de latere Koningin Desideria van Zweden en Noorwegen, in contact met Jozef Bonaparte, de oudere broer van Napoleon Bonaparte. Julie trouwde met Jozef Bonaparte en werd in het Keizerrijk van Napoleon (1804-1813) Hare Keizerlijke Hoogheid Princesse Française en later koningin van Napels en van Spanje nadat haar man de troon alhier besteeg om in naam van zijn broer te regeren. Het echtpaar kreeg twee dochters. Julie en Jozef werden, gelijk de hele familie Bonaparte uit Frankrijk verbannen in 1813.
Kinderen van Jozef en Julie:
1 Zénaïde Bonaparte, geboren in 1796. Zénaïde is overleden in 1797, 0 of 1 jaar oud.
2 Zénaïde Bonaparte, geboren op woensdag 8 juli 1801 in Parijs. Volgt 3.
3 Zénaïde Bonaparte is geboren op woensdag 8 juli 1801 in Parijs, dochter van Jozef Napoleon Bonaparte (zie 2) en Julie Clary. Zénaïde is overleden op dinsdag 8 augustus 1854 in Napels, 53 jaar oud. Zénaïde trouwde, 20 jaar oud, op zaterdag 29 juni 1822 in Brussel met Karel Lucien Bonaparte, 19 jaar oud. Zie 6 voor persoonsgegevens van Karel.
4 Napoleon Bonaparte is geboren op dinsdag 15 augustus 1769 in Ajaccio (Corsica), zoon van Carlo Maria Buonaparte (zie 1) en Maria Laetitia ( Madame Mère) Ramolino. Napoleon is overleden op zaterdag 5 mei 1821 in Longwood House (Sint-Helena), 51 jaar oud.

Notitie bij Napoleon: Eerste Consul van Frankrijk (1799 - 1804) en daarna keizer der Fransen (1804 - 1815) als Napoleon I van Frankrijk. In die hoedanigheid werd hij de machtigste man van Europa en een van de bekendste en invloedrijkste figuren in de wereldgeschiedenis. Hij was:
Napoleon als Eerste Consul

Eerste Consul van Frankrijk van 11 november 1799 tot 18 mei 1804
Keizer van Frankrijk van 1804 tot 6 april 1814 en van 20 maart tot 22 juni 1815
Koning van Italië van 31 maart 1805 tot 1814
Beschermheer van de Rijnbond van 12 juni 1806 tot 1813
Napoleon is vooral belangrijk als militair leider van het Franse leger in deze periodes, en is verder bekend door zijn heerschappij als vorst in het Frankrijk van na de Franse Revolutie, door zijn rampzalige veldtocht naar Rusland en door zijn ondergang in de Slag bij Waterloo. De combinatie legerleider en staatshoofd, en dit op Europese schaal, maakte hem tot alleenheerser (of dictator) van een groot deel van Europa.

Napoleon werd geboren als Napoleone di Buonaparte. Hij was de tweede zoon van Maria Laetitia Ramolino en Carlo Maria Buonaparte, die advocaat was. De familie Buonaparte was van bescheiden afkomst.

De geboorte van Napoleon is met meerdere legendes omgeven. Toen hij geboren werd zou zijn moeder geen kans meer hebben gezien haar bed te bereiken; Napoleon zou hierdoor geboren zijn op een tapijt waarin klassieke heldenfiguren en heroïsche taferelen uit de Ilias waren verwerkt. Madame Mère — zoals Napoleon zijn moeder altijd noemde — sprak dit verhaal echter tegen, en zei dat in het huis geen tapijt aanwezig was, en als dit er zou zijn geweest, zou het tapijt in de warme maand augustus niet meer in de woonkamer hebben gelegen.[bron?] Wellicht heeft Napoleon deze versie van zijn geboorte zelf verzonnen tijdens zijn verblijf op Sint-Helena.

Ook zou er tijdens zijn geboorte opschudding zijn ontstaan door de bijzondere stand van de planeten. Er verscheen rond die tijd een komeet, maar dit gebeurde al op 2 augustus 1769, twee weken voor de geboorte van Napoleon. Ook de naamgeving door Laetizia en Carlo Buonaparte wordt door legendes omgeven. De naam Napoleon zou bijvoorbeeld verwijzen naar "woestijnleeuw" of "napolitaan"; in werkelijkheid werd Napoleon naar een neef vernoemd.
                                                                                                                                                      Napoleon groeide op Corsica op. Al op jonge leeftijd werden hem allerlei leidinggevende kwaliteiten toegedicht. Hij zou op school vaak soldaatje hebben gespeeld en zou daarbij altijd het voortouw hebben genomen. Vader Carlo wist, door goede maatjes te worden met een Franse gouverneur, een studiebeurs voor zijn zoon te bemachtigen, en op negenjarige leeftijd vertrok Napoleon naar een militaire school in Brienne, op het Franse vasteland. Hier ontstond er een tweeledig beeld van de jonge Napoleon: enerzijds werd hij gezien als een jonge, sterke leider, anderzijds werd hij gezien als de eenzaat, de gehate vreemdeling die nooit met de rest mee mocht spelen. Vanaf dat moment koesterde Napoleon de wens om een Corsicaanse vrijheidsstrijder te worden en de Fransen van het eiland te verjagen. Hij zag Pasquale Paoli, die in ballingschap in Londen woonde, als zijn grote voorbeeld in de strijd tegen de Franse overheersing.

Napoleon ging op vijftienjarige leeftijd studeren aan de École Militaire te Parijs. Alle uitstekende lerarenprognoses uit deze tijd zijn bewaard gebleven, inclusief die van de ene leraar (Duits) die het mis had. Waarschijnlijk heeft Napoleon al deze prognoses echter zelf opgesteld op Sint Helena, om zijn verheerlijking nog meer kracht bij te zetten. Napoleon deed op de École Militaire vervroegd examen, slaagde en werd op zijn zestiende benoemd tot tweede luitenant. Toen de Franse Revolutie uitbrak sloot Napoleon zich daarbij aan.Tijdens de revolutie werd Paoli uitgenodigd om terug te keren. Nadat hij door de revolutionairen in Parijs als een held was ontvangen, vestigde hij zich in 1790 opnieuw op Corsica - nu een Frans departement - waar hij de leiding van het plaatselijk bestuur in handen kreeg. Tot zijn medewerkers van die tijd behoorde ook de jonge officier Napoleon Bonaparte. Maar Paoli kreeg het moeilijk met de revolutie toen die steeds radicaler werd. In 1793 mislukte een poging om met een Frans legertje vanuit Corsica het naburige Sardinië te veroveren, omdat Paoli de expeditie heimelijk had gesaboteerd. Als gevolg daarvan eiste de Nationale Conventie in Parijs zijn arrestatie. Paoli ontketende opnieuw een opstand en verdreef met Britse hulp de Fransen uit hun voornaamste steunpunten. Daarbij moest ook de familie Bonaparte vluchten, die zich inmiddels tegen Paoli had gekeerd. In 1794 stelde Corsica zich onder Brits gezag. Als het zelfstandige Anglo-Corsicaans Koninkrijk kreeg het een eigen grondwet, met de Britse koning George III als koning en de Brit Sir Gilbert Elliot werd onderkoning. Paoli werd echter door de Britten aan de kant geschoven en verliet in 1795 voorgoed het eiland. Een jaar later zou Corsica definitief Frans worden.

Napoleon maakte grote indruk bij het Franse revolutionaire bewind met zijn optreden tijdens het Beleg van Toulon en werd benoemd tot bevelhebber van de artillerie van het Armée d’Italie, het Franse leger aan het Italiaanse front.

In 1795 sloeg hij op bloedige wijze een royalistische opstand in Parijs neer (de opstand van 13 Vendémiaire). Napoleon, nu een nationale held, werd bevorderd tot brigadegeneraal en kreeg op 2 maart 1796 het bevel over het Armée d’Italie. Hij stak de Alpen over, veroverde Piemonte en ging vanuit hier via de Po-rivier richting het oosten.

Het leek erop dat het een makkelijke doortocht zou worden, maar Napoleon werd bij Caldiero staande gehouden en moest zich zelfs gedeeltelijk terugtrekken. Hierna volgden er twee slagen (de Slag bij Arcole en de Slag bij Rivoli) die Napoleon verbazingwekkend won. Dankzij deze overwinningen kon Napoleon doordringen tot op 100 km afstand van Wenen, waar Aartshertog Karel om een wapenstilstand vroeg.

Deze Italiaanse veldtocht was voor Napoleon een grote doorbraak. Maar de roem die hij dankzij de Italiaanse veldtocht genoot was meer te danken aan handige propaganda achteraf dan door zijn daadwerkelijke successen.

Na een triomftocht door Parijs met Italiaanse oorlogsbuit, zette Napoleon zijn zinnen op Egypte. Hij wilde zijn vergaarde roem doen toenemen[bron?] en had daarnaast met zijn Egyptische expeditie twee doelen voor ogen: Frankrijk een grotere koloniale macht laten worden dan Groot-Brittannië en de Britten treffen in het hart van het Britse Rijk. Het Directoire (destijds het Franse revolutionaire bewind) zag de in macht rijzende Napoleon liever gaan, maar wilde daarvoor niet de hele vloot riskeren. Bovendien werd het einddoel - Egypte veroveren en doorstoten naar India - als onhaalbaar gezien. Napoleon wist koppig zijn zin door te drijven en vertrok in 1798 naar Egypte. Onderweg versloeg hij de Maltese ridderorde op Malta, waarbij tevens 2000 slaven werden vrijgekocht en de kathedraal van Valletta werd geplunderd.

Eenmaal aangekomen in Egypte en onderweg naar Caïro werd het leger - dat geen ervaring had met dit soort klimaatomstandigheden - geteisterd door hitte, uitdroging en ziekte. Uiteindelijk zouden hierdoor meer soldaten sterven dan op het slagveld. Napoleon behaalde een overwinning op de Mamelukken in de Slag bij de piramiden. Weldra volgde minder goed nieuws, het Italiaanse front stond op instorten en de terugweg werd afgesloten doordat de Franse vloot bij de Slag van de Nijl was verslagen door de Britse vloot onder bevel van Horatio Nelson. Daarnaast verklaarde de sultan van het Ottomaanse Rijk Napoleon de oorlog omdat hij de Mamelukken had verdreven. Napoleon trok naar Syrië om de sultan voor te zijn. Na aanvankelijke successen moest Napoleon het beleg van Akko opgeven en toch terugtrekken.

Napoleon, inmiddels terug in Caïro, zag dat de situatie hopeloos was. Halsoverkop verliet hij Egypte, wist langs de Britse vloot te komen en keerde terug naar Frankrijk.

In 1799 kwam het onpopulaire Directoire in steeds groter wordende binnenlandse problemen, terwijl Frankrijk werd bedreigd door buitenlandse mogendheden, die successen boekten tijdens de Tweede coalitie tegen Frankrijk. Het land werd geteisterd door inflatie, enorme staatsleningen, grote armoede, een slecht functionerende ambtenarij en corruptie. Emmanuel Joseph Sieyès, een van de leden van het Directoire, plande een staatsgreep om het Directoire omver te werpen. Hij vroeg de enorm populaire Napoleon om hierbij militaire steun te verlenen.

Na deze staatsgreep van 18 Brumaire op 9 november 1799 wilde Sieyès oorspronkelijk een soort president als staatshoofd aanstellen, een functie die hij voor zichzelf in gedachten had. Bonaparte wees dit idee echter resoluut af en dwong een ander soort regering af, het Consulaat, met drie consuls (voor drie jaar benoemd) aan het hoofd van de regering. Bonaparte, die de militaire macht in handen had en enorme populariteit genoot, kon Sieyès passeren en zichzelf naar voren schuiven als Eerste Consul.

In de daaropvolgende jaren schakelde Bonaparte zijn tegenstanders stap voor stap uit en trok alle macht naar zich toe. Na een mislukte aanslag op zijn leven op 24 december 1800, gepleegd door royalisten, gaf Bonaparte de schuld aan de Jakobijnen en deporteerde 130 prominente Jakobijnen naar Guyana. Ook ontnam hij de gekozen Assemblée alle wetgevende macht, de senaat, die door Bonaparte zelf werd benoemd, behield die macht.

Met het Concordaat van 15 juli 1801 sloot hij vrede met paus Pius VII en nam zo de monarchisten de wind uit de zeilen. Na de Vrede van Amiens met Groot-Brittannië in 1802 drukte hij een nieuwe grondwet door, waarbij hij tot Consul voor het leven werd benoemd. De meest republikeinse troepen werden in 1803 naar Haïti gestuurd; daar moest een opstand neergeslagen worden, wat overigens niet zou lukken. In 1804 werd een monarchistisch complot (geleid door onder meer Moreau en Pichegru) ontmaskerd.

Bonaparte had nu alle macht en regeerde als dictator. De weg was vrij om zich helemaal van de overgebleven schijndemocratie te ontdoen en zichzelf tot keizer uit te roepen. Op 18 mei 1804 stemde de senaat om Bonaparte tot keizer te benoemen. Op 2 december van dat jaar kroonde hij zichzelf tot keizer in de Notre-Dame van Parijs als Napoleon I, Keizer der Fransen.
Weinig historische figuren zijn zo vaak geschilderd als Napoleon

Tijdens Napoleons periode als Eerste Consul en keizer van Frankrijk voerden andere Europese landen, waaronder Groot-Brittannië, Rusland, Oostenrijk en Pruisen, continu oorlog tegen Frankrijk. Napoleon wist zijn vijanden echter keer op keer te verslaan en kreeg zo meer en meer controle over Europa. Op Napoleons hoogtepunt, rond 1812, was bijna heel Europa Frans, een Franse vazalstaat of een Franse bondgenoot. Het huidige België en Nederland werden ingelijfd in Napoleons keizerrijk.

Frankrijk had Nederland en delen van het huidige Duitsland en Italië in zijn macht. Napoleon zette daar verschillende familieleden op de troon: zijn oudere broer Jozef werd koning van Napels en later Spanje, zijn broer Lodewijk koning van Holland, zijn broer Jérôme koning van Westfalen, zijn zus Elisa prinses van Lucca en Piombino en groothertogin van Toscane, zijn zwager Joachim Murat eveneens koning van Napels (na Jozef) en zijn stiefzoon Eugène de Beauharnais onderkoning van het Koninkrijk Italië.

In 1801 voegden Oostenrijk en Rusland zich hierbij. In 1802 maakte de Vrede van Amiens vervolgens een einde aan de oorlog met Groot-Brittannië. Napoleon had toen voldoende politieke rust en kon beginnen met de wederopbouw van Frankrijk.

Napoleon werd in eerste instantie door de Europese staten gezien als degene die in Frankrijk de onrust na de Franse Revolutie de kop wist in te drukken. Zijn veroveringsdrang en zijn monarchistische neigingen boezemden dan weer vrees in. Ook zijn ’zelfkroning’ tot keizer werd door de vorstenhuizen niet gewaardeerd. Vanaf 1803 kreeg Napoleon daardoor steeds meer vijanden. Engeland was de eerste die het bondgenootschap opzegde, daarna sloten Rusland, Zweden, het Heilige Roomse Rijk, Oostenrijk en Napels zich hierbij aan en samen verklaarden ze Frankrijk de oorlog. De Oostenrijkers vielen Beieren binnen en Napoleon trok snel tegen hen op. Hij versloeg een groot Oostenrijks leger bij Ulm, en ging toen door naar Wenen en bezette zelfs de Oostenrijkse hoofdstad. De Oostenrijkse en Russische legers wilden Wenen heroveren maar dit lukte hen niet. Deze slag werd in Austerlitz beslecht. Het resultaat was dat Oostenrijk en Rusland vrede sloten met Frankrijk. Rusland moest zich nu wel houden aan de boycot van Engeland.

Het bondgenootschap van Rusland met Frankrijk leidde tot klachten van de Russische handel en nijverheid. Zij waren grotendeels afhankelijk van handelsbetrekkingen met Engeland, terwijl één van de voorwaarden van het bondgenootschap deelname aan de blokkade van Engeland was. Dit stond namelijk in het Continentaal stelsel. De Russische tsaar, Alexander I, zag dat zijn economie schade opliep, en trachtte deze voorwaarden te verzachten. Napoleon bleek echter doof voor deze klachten, en uiteindelijk herstelde de tsaar het contact met zijn oude handelspartner Engeland. Op 31 december 1810 liet Rusland weten geen bondgenoot meer te willen zijn van Frankrijk. Napoleon was het hier niet mee eens, en trok naar Rusland; hij had het plan om heel Europa te veroveren. In 1812 maakten Frankrijk en Rusland zich dan ook klaar voor de oorlog.

Napoleon stelde een leger van 500 000 man van verschillende nationaliteiten samen aan de oostgrens van het huidige Polen. Naast Fransen (50% bij infanterie, 35% bij cavalerie) waren ook Italianen, Polen, Pruisen, Zwitsers, Nederlanders, Duitsers en Spanjaarden vertegenwoordigd. Het leger werd "La Grande Armée" genoemd. Veel van de soldaten waren nog onder de twintig en waren geronseld uit weeshuizen. Op 22 juni verklaarde Napoleon aan Rusland de oorlog. Hij inspecteerde zijn troepen die dag. De volgende dag begon hij met de oversteek van de Memel. De oversteek werd gecompleteerd op 24 juni, waarna hij Rusland verder binnenviel. "Over twee maanden vraagt Rusland mij om vrede" (’Avant deux mois, la Russie me demandera la paix’), zei hij. Helaas voor Napoleon werd er niet gevochten in Finland (door de Zweden), en ook niet via de Balkan. Toen de Russen zagen hoe groot het leger van Napoleon was, trokken ze zich terug. Op hun terugweg pasten ze de tactiek van de verschroeide aarde toe, ze vernielden alles wat maar bruikbaar zou kunnen zijn voor Napoleon, en vergiftigden zelfs de waterputten. In het leger van Napoleon braken allerlei besmettelijke ziekten uit, zoals tuberculose en vlektyfus. Napoleon had gedacht de Russen vlak over de grens al te verslaan en verder van het veroverde land te leven, maar moest een uitputtende tocht maken met schermutselingen en gebrek aan voorraden.

Napoleon nam zich voor om door te gaan tot de Russische stad Vitebsk en daar slag te leveren, of om te keren. Maar ook daar waren de Russen hem op 18 juli ontkomen. Napoleon koos ervoor om door te gaan, omdat de andere opties om uitgedund terug te keren in Parijs of te overwinteren hem niets leken. Napoleon dacht dat bij Smolensk Alexander zeker zou gaan strijden. Op 15 augustus bereikte het Franse leger de Dnjepr. Bij Smolensk vonden op 17 augustus daadwerkelijk gevechten plaats, maar niet de beslissende waarop Napoleon gehoopt had. Hierop trok het Russische leger zich verder terug. Napoleon koos er weer voor om door te gaan. Tsaar Alexander I droeg het bevel over de twee Russische legers over aan veldmaarschalk Michail Koetoezov en droeg hem op eindelijk het gevecht met de Fransen aan te gaan. Die confrontatie zou plaatsvinden bij Borodino. Een groot aantal Franse soldaten was onderweg gestorven of gedeserteerd en er moesten eenheden achterblijven om zijn flanken en bevoorradingslijnen te beschermen. Op 5 september leverde felle strijd de Fransen controle op over de Schevardino-redoute, die een sleutelpositie innam voor hun verdere opmars. Op 6 september werd een adempauze ingelast, waarop op 7 september de strijd verderging. De Slag bij Borodino verliep aanvankelijk gunstig voor de Fransen. Prins Eugène veroverde Borodino, en maarschalk Ney nam delen in van een belangrijke defensieve positie die bekendstond als de Drie Pijlen. Ney vroeg Napoleon de cavalerie van de Keizerlijke Garde in te zetten voor een beslissende actie, maar Napoleon weigerde dit, omdat dit een te grote gok zou zijn geweest. Delen van de Franse troepen lagen uren onder vuur, zonder aan de strijd te mogen of te kunnen deelnemen. De Fransen doorstonden echter de kogelregens van de Russen, en ze wisten de belangrijke Grote of Rajevski-redoute in handen te krijgen. Het aantal gesneuvelden was hoog: 25.000 Fransen en 50.000 Russen. ’s Nachts verlieten de Russen vrijwel ongemoeid het slagveld en ze trokken zich terug. De Russen werden niet achtervolgd door Murats cavalerie, want Napoleon koos ervoor zijn overwinning te consolideren.

Na 800 kilometer in 82 dagen bereikte hij Moskou. Op dat moment was al meer dan de helft van het leger van Napoleon omgekomen, en nog steeds had hij geen beslissende slag kunnen leveren. De Russische verliezen waren groter, maar de Russen konden deze nog aanzuiveren. Het Russische leger onder aanvoering van veldmaarschalk Michail Koetoezov had besloten Moskou niet te verdedigen, maar de stad te evacueren, en ook het leger oostelijk van Moskou terug te trekken. Napoleon "kreeg" Moskou wel, maar de tsaar hoefde zich niet over te geven. Bovendien staken de Russen ook hun eigen "tweede hoofdstad" in brand om zo Napoleon uit te putten. De Russen wilden geen vredesverdrag, en door tekort aan voedsel kon Napoleon niet anders doen dan zich terugtrekken. De grote brand in Moskou droeg zeker bij aan de Russische eindzege, maar de gouverneur Rostoptsjin beleefde er weinig plezier aan. Het aanstichten van de brand is hem tot zijn dood kwalijk genomen.

De terugtocht uit Rusland was verschrikkelijk. Napoleon was al 400.000 soldaten en 100.000 paarden verloren tijdens de heenreis en nu zouden er nog veel bijkomen. Diegene die waren overgebleven waren redelijk uitgerust, voldoende gevoed en goed getraind. Het was vooral de jonge lichting die het begeven had. Napoleon besloot door een verkeerd uitgevoerde verkenning toch dezelfde weg terug te nemen. Dit was een grote fout. Alles was al kaalgeplukt en kaal geroofd. Vervolgens viel de winter in en vanaf 6 november kwam de temperatuur niet meer boven het vriespunt, hoewel de temperatuur voor Russische begrippen nog hoog te noemen was. Veel soldaten stierven door bevriezing, mede doordat ze zo slecht gekleed waren. De wegen waren door bevriezing onbegaanbaar, de weinige paarden die nog over waren braken hun benen en de vele gewonden vielen uit karren en werden verpletterd. Toen het leger de rivier de Berezina overstak, begaf een van de geïmproviseerde bruggen het, waarbij vele soldaten in het ijskoude water omkwamen. Het leger werd steeds aangevallen, en toen het op 18 december 1812 de Russische grens bereikte was nog ongeveer een derde van de soldaten in leven.

Napoleon wist dat de tocht naar Rusland een enorme blunder was, maar gaf de strenge winter - die in verband wordt gebracht met een aantal vulkaanuitbarstingen en El Niño - de schuld. De rampzalig verlopen veldtocht leidde tot een anti-Franse stemming in alle landen onder Frans gezag en tot onrust in Italië, de Nederlanden en Zwitserland. In Spanje raakten de Fransen in het defensief. Pruisen, tot dan toe een onwillige bondgenoot, verklaarde de keizer de oorlog. Rusland stond dus niet langer alleen. Frankrijk gaf zich echter nog niet gewonnen en versterkte zijn leger. In mei 1813 versloegen de Fransen hun Pruisische en Russische tegenstanders te Lützen en bij de Slag bij Bautzen. Maar in augustus 1813 rukten drie tegen Napoleon verbonden legers op naar Saksen: de Oostenrijkers, een Russisch-Pruisisch leger en een legermacht van Zweden en Russen. Tussen 16 en 19 oktober vond bij Leipzig de grote Volkerenslag plaats, waarin Napoleon verpletterend werd verslagen. De keizer trok zich vervolgens terug achter de Rijn. Ondanks zijn desastreuze nederlaag hoopte hij Frankrijk nog voor een invasie te kunnen behoeden.

Met zijn resterende troepen (ondanks een tekort aan manschappen) kon hij toch nog de geallieerden een tijdje op afstand houden. Maar toen Napoleon naar Lotharingen trok om de geallieerde bevoorradingslijnen af te snijden, openden de Verbondenen onverwacht hun offensief richting de Franse hoofdstad. Deze bleek niet voldoende voorbereid op een dergelijke aanval. Op 31 maart 1814 werd Parijs veroverd. Napoleon werd op 6 april 1814 gedwongen afstand te doen van de troon, en werd verbannen naar Elba, een eiland in de Middellandse Zee vlakbij de kust van Italië. Lodewijk XVIII nam de macht in Frankrijk over. Hij ging echter tot nieuwe zuiveringen over (Witte Terreur).

Tien maanden na de verbanning naar Elba ontsnapte Napoleon. Hij landde bij Juan-les-Pins en ging terug naar Parijs. Hij reisde via de naar hem vernoemde ’route Napoleon’ naar Grenoble, kreeg steun van legeronderdelen, en verder kreeg hij de steun van het volk dat niet tevreden was met Lodewijk XVIII. Deze gaf nog wel opdracht Napoleon te arresteren, maar alle agenten en legers die werden gestuurd liepen naar Napoleon over. Het volk was de Witte Terreur zat, en bij het leger was Napoleon nog altijd zeer populair. Zij namen het op voor Napoleon, en Lodewijk vluchtte naar Gent. De geallieerden, die op dat moment juist in Wenen een congres hadden belegd om de nieuwe grenzen van Europa te bepalen (zie Congres van Wenen), schrokken hiervan.

Nadat Napoleon de macht weer had overgenomen verklaarde hij slechts Frankrijk vreedzaam te willen regeren. De geallieerden geloofden hier niets van, dus stelde hij een nieuw leger samen. Rusland, Oostenrijk, Pruisen en Engeland maakten zich klaar voor een nieuwe oorlog, Napoleon moest zich verdedigen om niet al te kwetsbaar over te komen.

Napoleon wilde in de Zuidelijke Nederlanden de Engelsen en de Pruisen verslaan, voordat ook de Oostenrijkers een leger konden sturen. De Fransen, de Engelsen en een klein contingent Nederlandse troepen troffen elkaar vlak bij Waterloo. Napoleon viel meerdere keren aan, maar de Engelsen, onder leiding van de hertog van Wellington, hielden stand en toen de Pruisen zich bij de Engelsen aansloten, verloor Napoleon op 18 juni 1815 de Slag bij Waterloo.

Door zijn soldaten aan hun lot over te laten, kon Napoleon ontsnappen. Hij vluchtte naar de havenstad Rochefort en wilde vandaar naar de Verenigde Staten. De haven werd echter door de Engelsen geblokkeerd, en Napoleon zag geen andere uitweg dan zich over te geven. Op 22 juni 1815 moest Napoleon voor de tweede keer afstand doen van de troon en dit keer voorgoed.
De Engelsen beloofden hem aanvankelijk asiel in hun eigen land, maar eenmaal met Napoleon in handen verbraken ze die belofte en verbanden ze de keizer naar het afgelegen eiland Sint-Helena in de Atlantische Oceaan nabij Zuid-Afrika, waar hij overigens met respect door zijn bewakers werd behandeld. Napoleon bracht zijn laatste jaren door met tuinieren en het schrijven van zijn herinneringen. Gedurende zijn zesjarige verblijf op Sint-Helena werd Napoleon onder anderen terzijde gestaan door graaf Charles-Tristan de Montholon, een voormalig brigadegeneraal en Louis-Joseph Marchand, die later executeurs testamentair van de keizer werden.


Op 5 mei 1821 stierf Napoleon Bonaparte op Sint-Helena, hij was toen 51 jaar oud. Oorspronkelijk werd aangenomen dat hij was overleden aan kanker, waarschijnlijk maagkanker. Er zou hierbij sprake zijn geweest van een erfelijke vorm van diffuse maagkanker, omdat ook zijn zus, zijn vader en zijn opa aan vaderszijde vermoedelijk aan deze kwaal zijn gestorven. Uit later onderzoek is gebleken dat in zijn haar een hoge concentratie arsenicum aanwezig was, wat zou kunnen wijzen op moord. Recent onderzoek toonde echter aan dat die hoge concentraties arsenicum ook al in zijn haar aanwezig waren voordat hij werd verbannen. De ware doodsoorzaak kan dus alleen nog worden vastgesteld als er een autopsie op het lichaam mag worden uitgevoerd. Overigens werd arsenicum vaak voorgeschreven door artsen voor behandeling van maagklachten en psychische problemen. Napoleon had tijdens zijn succesvolle jaren al te lijden van maagklachten zodat hij dit middel waarschijnlijk van zijn eigen artsen al voorgeschreven kreeg.

Napoleons lichaam werd overgedragen aan Frankrijk en werd later in een praalgraf in de Dôme des Invalides te Parijs bijgezet. Dit is een van de bezienswaardigheden voor toeristen die de Franse hoofdstad aandoen.

Napoleon bleek als militair in opleiding uitzonderlijk goed te zijn in rekenen en kaartlezen. Hij heeft zelfs een meetkundige stelling, de Stelling van Napoleon, op zijn naam staan maar het is niet duidelijk of hij echt zelf deze stelling bewezen heeft. Het rekenen paste hij o.a. toe in de artillerie, bij het berekenen van de baan van een kanonskogel, het kaartlezen gebruikte hij zijn leven lang om vanaf (vaak slordige en foute) kaarten een goede positie en opstelling na te streven. Het blijkt dat Napoleon de slagen won, die hij op zijn zelfgekozen slagveld voerde. Een combinatie van die twee talenten leidde tot zijn capaciteit om een legerverplaatsing over vele honderden kilometers te plannen, waardoor hij een belangrijk of beslissend voordeel kon halen.

Napoleon was een groot organisator. Hij heeft talloze bestuurlijke vernieuwingen doorgevoerd en in heel Europa een voorbeeld van een strak geregeld en doeltreffend bewind nagelaten. Hij was ook een bekwaam wetgever die zich door voortreffelijke juristen als Cambacérès liet adviseren.

Hij beging de fout dat hij het belang van de Engelse blokkade van Europese continentale havens (van Marseille tot aan Riga) onderschatte. Merkwaardig was dat de blokkade eenzijdig was: hoewel vanuit Engeland niets meer naar Europa mocht komen was uitvoer naar Engeland wel toegestaan; Frankrijk exporteerde graan en zonder dat graan zou Engeland verhongerd zijn. Napoleon dacht nog in mercantilistische termen en dacht dat het stilleggen van de Britse export de Britse economie zou ruïneren.

Napoleon verkeek zich, zoals Adolf Hitler ruim een eeuw later, op het effect van de extreme winterkoude en de enorme afstanden in Rusland vergeleken met die van westelijk Europa. Zijn traditionele manier om zijn troepen ’van het land’ te laten leven, dat wil zeggen door al plunderend op te marcheren, faalde in Rusland volledig vanwege de enorme omvang van zijn leger, de lange afstanden in Rusland en de verschroeide-aardetactiek van de Russen.

Hij ontwikkelde zich meer en meer tot een tiran. Censuur en een uitgebreide geheime politie onderdrukten alle kritiek op de keizer. Door steeds jongere rekruten op te roepen en voortdurend oorlog te blijven voeren putte hij Frankrijk demografisch en economisch uit.

Napoleon was een zeer bekwaam propagandist van zijn eigen zaak maar een slecht redenaar. Zowel bij zijn optreden voor de "Raad der Ouden" in Saint-Cloud tijdens zijn staatsgreep in 1799 als bij zijn rede voor de Senaat na de nederlaag in Rusland heeft Napoleon staan hakkelen en sloeg zo een slecht figuur.

Waar zijn eigen macht niet in het geding was kon Napoleon tolerant en een ware zoon van de Franse Revolutie zijn. Hij emancipeerde de Joden en zag zich, theatraal als hij was, als de "Tweede Mozes" die een Groot Sanhedrin bijeen zou roepen. Van het inschakelen van de Joden voor de Keizerlijke zaak kwam echter weinig terecht en in 1812 beperkte Napoleon hun politieke en economische rechten weer. Hij werd desondanks geliefd bij de Europese Joden en Heinrich Heine vereerde de keizer. De Napoleontische Code Pénal maakte een einde aan de vervolging van homoseksuelen. De slavernij werd door Napoleon daarentegen wèl verdedigd maar zijn poging om Santo Domingo te heroveren mislukte jammerlijk. Voor de vrouwenemancipatie had hij geen oog. Napoleon waardeerde ontwikkelde vrouwen als Madame de Staël beslist niet.
De waardering van de persoon en zijn werk worden door de door Napoleon doelbewust gecreëerde legende gehinderd. Hij heeft zijn bekwaamste generaals stelselmatig belasterd en doodgezwegen. Op Sint-Helena is door de verbannen keizer zes jaar lang hard gewerkt aan een revisie van zijn loopbaan en de legende van de goedbedoelende, populaire staatsman. Alle mislukkingen werden op het conto van anderen geschreven. Door de verwrongen beeldvorming en de halve waarheden waarmee voor- en tegenstanders hun boeken vulden is het moeilijk om een objectief beeld van hem te krijgen.

De Napoleonliteratuur telde in 1946 al meer dan 100.000 werken. Sommige biografen zien hem als een hebzuchtige en nietsontziende tiran en trekken vergelijkingen met Hitler en Stalin. Anderen zien hem als de goedhartige "kleine korporaal" en benadrukken zijn prestaties.

Napoleons veroveringen stimuleerden het Duitse nationalisme, dat Frankrijk nog parten zou gaan spelen en de opkomst van Rusland als een machtsfactor waarmee heel Europa rekening moest houden.

De Franse bezetting van Spanje vanaf 1808, die leidde tot de zes jaar durende Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog, bood een groot deel van Spanjes Amerikaanse koloniën de kans zich onafhankelijk te maken. Van heel Latijns-Amerika bleven alleen Cuba en Puerto Rico nog onder Spaans gezag.

Het Franse streven om de verworvenheden van de Franse Revolutie te exporteren, is het minst succesvol gebleken en wellicht zelfs contraproductief geweest in Spanje, dat toch al achtergebleven en geïsoleerd was ten opzichte van de rest van West-Europa. Na de Franse tijd kwam in Spanje het uiterst reactionaire Carlisme op. Hoewel dit nooit de macht zou krijgen, werd het Spaanse isolement pas na 1975 echt doorbroken. Wat door de Fransen als vooruitgang was aangeprezen, ervoeren de Spanjaarden vooral als vernederingen en onbeschrijfelijke gruwelen, die door de Spaanse kunstenaar Francisco Goya zijn vereeuwigd in een serie etsen, de ’Desastres de la guerra’. In Spanje ontwikkelde zich tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog een nieuw type oorlog, de guerrilla, die door de Britten ijverig gesteund werd en waarop Napoleon en zijn kundige generaals geen goed antwoord hadden.

Frankrijk deed in 1803 afstand van de laatste kolonie op het Noord-Amerikaanse continent door verkoop aan de Verenigde Staten van Louisiana, dat vele malen meer omvatte dan de huidige deelstaat. Door de Louisiana Purchase verdubbelden de Verenigde Staten hun toenmalige grondgebied. De Franse Caraïbische slavenkolonie Haïti kon door middel van een opstand in 1804 onafhankelijk worden. Frankrijk had op het westelijk halfrond nog slechts Frans-Guyana en wat eilandjes in de Caraïbische Zee over.

Ondanks machtsmisbruik en zelfverrijking door Napoleon is de invloed van de Franse Revolutie en de vervolgens door Napoleon geëxporteerde verworvenheden van de Revolutie op cultuur en bestuur van Europa van groot en blijvend belang gebleken. De feodalistische verhoudingen van het Ancien Régime in West- en Centraal-Europa, die al onder vuur lagen door de opkomst van de steeds invloedrijker wordende burgerij en door de volgelingen van de Verlichting, hadden een slag gekregen waarvan zij niet meer zouden herstellen. Niet adellijke afkomst, maar talent en opleiding werden doorslaggevend voor het bekleden van machtsposities. Loyaliteit werd in de eerste plaats verschuldigd aan het centrale gezag in plaats van aan een lokale (feodale) machthebber. Daarmee werd de weg vrijgemaakt voor het nationalisme en de daaruit voortkomende natiestaat.

Een aantal concrete verbeteringen zijn:

Verkeer: in continentaal Europa wordt sinds Napoleon vrijwel overal rechts gereden.[4] Het Europese wegennet werd fors uitgebreid met een reeks verbindingen tussen grote steden die vaak lijnrecht waren. Deze zijn ook nu nog herkenbaar als "route nationale". In Nederland zijn nog altijd, in die tijd aangelegde, wegen bekend als Napoleonsweg.
In het gehele gebied werden dezelfde maten en gewichten zoals de kilo, de meter en de liter ingevoerd; oude lokale maten werden afgeschaft.
Een gestandaardiseerde registratie van geboorten, huwelijken, echtscheidingen en overlijdens werd ingevoerd: de Burgerlijke Stand. Mensen moesten een definitieve spellingswijze van de veelal al bestaande achternaam opgeven. In de meeste streken van Nederland bestonden ’vaste’ achternamen soms al sinds de middeleeuwen. Alleen in het noorden van Nederland waren vele namen voor de verplichte registratie nog niet gefixeerd.[5]
Veel (burgerlijke) wetgeving stamt uit deze tijd, zie het artikel over de Code Napoléon.
De maatschappelijke standen werden afgeschaft en hiermee tevens de speciale voorrechten en privileges van de geestelijkheid en de aristocratie. Dezen hadden voortaan dezelfde rechten en plichten als de burgerij.Veel versnipperde kleine staatjes, vorstendommen en heerlijkheden werden samengevoegd tot grotere overzichtelijke eenheden zoals in het gebied van het aloude Heilige Roomse Rijk waar vele kleine vorstendommen en staatjes bijeen gevoegd werden door het door Napoleon opgelegde Reichsdeputationshauptschluss. Een voorbeeld was de nieuwe Rijnbond. In het gebied van Nederland werd in deze tijd het departement van de Neder-Maas gevormd: de latere provincie Limburg in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Dit bestond voorheen uit talloze versnipperde gebiedjes en heerlijkheden. Onderwijs en gezondheidszorg werden beter geregeld en beter toegankelijk gemaakt voor de gewone burgers.                                                                                                                                                  Carrièremogelijkheden voor iedereen in overheidsbestuur en leger (de hogere functies hierin waren voorheen bijna uitsluitend het terrein van de aristocratie) omdat vanaf Napoleon iemands capaciteiten belangrijker werden dan iemands afkomst.                                                                                                                      Nadat Napoleon in 1815 was verslagen, werd de door Napoleon "geroofde" kunst teruggeëist door de betreffende landen. Het was een eis van de tweede Vrede van Parijs (1815). Het levenswerk van conservator Vivant Denon van het Musée Napoleon werd alzo tenietgedaan. De teruggekregen kunstwerken werden echter niet langer als de privé-collectie beschouwd van een koning of prins maar ondergebracht in openbare musea. Het was het begin van de nationale musea in de meeste Europese landen; in Nederland van het Rijksmuseum Amsterdam.

Napoleon was stichter van de dynastie Napoleon. Zijn broers werden geacht het huis Bonaparte te zijn. Tijdens zijn leven is hij twee maal getrouwd geweest. In beide gevallen had het huwelijk een politieke of dynastieke achtergrond. Zijn huwelijk met Joséphine de Beauharnais was gelukkig maar hij moest scheiden om zijn wankele keizerrijk een wettige erfgenaam te kunnen nalaten. Het huwelijk met de Oostenrijkse keizersdochter was een politieke alliantie. De jonge vrouw verliet haar echtgenoot toen zij de kans kreeg en weigerde zich in de zomer van 1815 op Sint-Helena bij hem te voegen.

Napoleon zag zich na de dood van zijn vader als gezinshoofd. Hij bevorderde de loopbanen van zijn broers en verhief hen op hoge posten. De familiezieke Napoleon zag hun onbekwaamheid en hun corruptie door de vingers zoals hij dat ook bij zijn medewerkers deed. Op Sint-Helena noemde hij zijn verwanten "domkoppen, dieven en hoeren".

Napoleon had talloze liefdesaffaires met vrouwen en verwekte verschillende buitenechtelijke kinderen, naast zijn enige wettige zoon Napoleon II. De eerste belangrijke vrouw in zijn leven was Désirée Clary, de schoonzuster van Jozef Bonaparte en latere koningin van Zweden. Zij en Napoleon waren sinds 1794 samen en in 1795 en 1796 verloofd. Désirée huwde in 1798 Jean-Baptiste Bernadotte, de latere koning Karel XIV van Zweden.

kinderen waarvan wordt vermoed dat Napoleon de vader is:

Émilie Louise Marie Fran?oise Joséphine Pellapra (1806-1871) bij Françoise-Marie LeRoy
Karl Eugin von Mühlfeld bij Victoria Kraus
Hélène Napoleone Bonaparte (1816–1910) bij gravin Montholon
Jules Barthélemy-Saint-Hilaire (19 augustus 1805 – 24 november 1895), moeder onbekend
NN Collaert uit Linden (België)
Napoleons commentaar op al deze veronderstelde liaisons was een door graaf de Las Cases opgetekend "Hoe zou ik bij dit alles ooit tijd hebben gehad Europa te veroveren". Goethe noemde Napoleon "Keusch wie Eisen".

Bronnen, noten en/of referenties:

1.? B. Solokoff, Predisposition to cancer in the Bonaparte family, Am J Surg. 1938; 40: 673-678
3.? Napoleon, Jacques Presser, 1946, Amsterdam
4.? Zweden schakelde pas over naar rechts rijden op 3 september 1967.
5.? Er bestaat een hardnekkige mythe dat mensen ’ludieke’ achternamen als Naaktgeboren of Poepjes kozen; in werkelijkheid bestonden deze namen al langer, en zijn ze niet specifiek bij de vastlegging van de namen ’bedacht’. Zo is Poepjes het patroniem van de Friese naam Poppo, en bestonden bijnamen als Naaktgeboren al vóór de Franse tijd.Netwerk Naamkunde | De naammythe van Napoleon
6.? De vraag is alleen of dit echt de verdiensten waren van Napoleon zelf. Volgens de gerenommeerd historicus Pieter Geyl heeft Napoleon slechts het proces kunnen bevorderen door de veranderingen in de tijd. Hij schafte dan misschien mede door de revolutie de oude standen af, maar er kwam een nieuwe aristocratie op, de notabelen. Hun rijkdom en invloed namen toe onder het bewind van keizer Napoleon.
7.? Het klopt dat Napoleon heeft bijgedragen aan het vormen van grotere eenheden. Sommigen hebben echter twijfels over de werkelijke intenties van Napoleon. Had dit wel een nobel doel en is dat ook aan te merken als een concrete verbetering? Napoleon was bezig met het oprichten van een rijk dat zich eeuwig moest uitbreiden en uiteindelijk het hele Europese vaste land moest opslokken. Hier uit zou men de conclusie kunnen trekken dat Napoleon niet meer was dan een op macht uit zijnde dictator en niet iemand die met concrete verbeteringen bezig was voor de toekomst en het volk.
8.? Maar hier kan wel een kanttekening bij worden gemaakt. Men kan hem ‘de keizer van de Professoren’ noemen, echter hij was een ware hater van de vrije gedachte. Napoleon heeft zelf ook nog een uitleg gegeven met welk doel hij het onderwijs aan het hervormen was; ’Mijn voornaamste doel is een middel om aan politieke en morele inzichten leiding te geven’.[bron?] Kortweg was hij dus niet bezig met verbeteringen maar met indoctrinatie van zijn ideologie.
9.? Napoleon wist handig gebruik te maken van de dienstplicht. Dit heeft hij niet zelf bedacht; dit was al in de revolutie ingevoerd om de huur- of beroepslegers te vervangen. Ook hierbij zou iedereen gelijkwaardig moeten zijn; iedereen kon opgeroepen worden. De opgeroepenen moesten loten om te kijken of ze ook in dienst moesten. Lage nummers moesten daadwerkelijk in dienst, hoge nummers hadden vrijstelling. Het was echter toegestaan om je lot te ’ruilen’ met iemand anders. Iemand die rijk was kon op deze manier makkelijk van zijn lot afkomen. Hij gaf dan gewoon iemand die arm was geld om in zijn plaats in het leger te gaan. Op die manier ontstond er een leger van armen, want de rijken ontweken massaal het leger. Er was nog meer ongelijkheid dan alleen die tussen arm en rijk. Joden mochten zich sinds 19 maart 1808 niet meer laten vervangen. Voor hen gold de regeling dus niet dat ze hun lot mochten ruilen - als zij een laag nummer trokken, moesten ze sowieso in dienst.
10.? Presser Blz. 500
Napoleon:
(1) ging samenwonen, 24 of 25 jaar oud, in 1794 met Bernhardine Eugénie Désirée Clary, 16 of 17 jaar oud. Bernhardine is geboren op zondag 9 november 1777 in Marseille, dochter van François Clary. Bernhardine is overleden op maandag 17 december 1860 in Stockholm, 83 jaar oud. Bernhardine trouwde later op vrijdag 17 augustus 1798 in Sceaux met Karel XIV Johan (Jean-Baptiste Jules Bernadotte ) Van Zweden (1763-1844).

Notitie bij Bernhardine: Ze werd geboren als dochter van de rijke zijdehandelaar François Clary (1725-1794) en Françoise Rose Somis (1737-1815) en leerde na de dood van haar vader de gebroeders Napoleon en Jozef Bonaparte kennen. Aanvankelijk maakte Jozef haar het hof, maar op 21 april 1795 verloofde ze zich met Napoleon. Haar zuster Julie was inmiddels met Jozef getrouwd. Toen Napoleon echter Joséphine de Beauharnais leerde kennen verbrak hij de verloving. Van 1795 tot 1797 leefde Désirée met haar moeder in de Italiaanse stad Genua. In 1797 ging ze wonen bij haar zuster Julie en haar man, Jozef, in Rome. Jozef was namelijk de Franse ambassadeur te Rome. De relatie tussen Désirée en haar zus Julie was erg warm en ze waren erg gehecht aan elkaar. Er was een korte tijd sprake van een huwelijk tussen Désirée en de Franse generaal, Léonard Duphot. Maar Duphot werd tijdens een rel in Rome vermoord in december 1797. Haar toekomstige man, Jean-Baptiste Bernadotte, ontmoette ze tijdens haar terugkeer naar Frankrijk.

Désirée trad op 17 augustus 1798 te Sceaux in het huwelijk met generaal Jean-Baptist Bernadotte. Uit het huwelijk werd één kind geboren, een zoon:

Jozef Frans Oscar (4 juli 1799 - 8 juli 1859), huwde in 1823 met prinses Joséphine van Leuchtenberg. Oscar werd in 1844, na de dood van zijn vader, koning van Zweden en Noorwegen.
Désirée was niet geïnteresseerd in de politiek, maar haar goede connecties maakten van haar een marionet in de handen van haar man en keizer Napoleon I, die beiden gebruikmaakten van haar invloed. Op die manier konden ze invloed uitoefenen op de anderen en met elkaar communiceren met haar als boodschapper. In 1810 werd haar man tot kroonprins van Zweden gekozen. Désirée had gedacht dat het een vergelijkbare titel was als Prins en Prinses van Pontecorvo en dat ze in Parijs kon blijven wonen. Toen ze er achter kwam dat ze wel degelijk Parijs moest verlaten, was ze erg verdrietig.

Désirée bracht voor het eerst een bezoek aan Zweden in 1810, maar vanaf het begin vond ze het moeilijk om zich aan te passen aan de strenge hof etiquette. De toenmalige Zweedse koningin, Hedwig Elizabeth Charlotte van Holstein-Gottorp, vrouw van koning Karel XIII, ontving haar met argwaan. De douairière-koningin, Sophia Magdalena, weduwe van wijlen koning Gustaaf III, was ook niet erg aardig tegen Désirée. Het Zweedse klimaat was ook een schok voor Désirée. Ze kwam aan in Zweden tijdens de winter, en ze haatte de sneeuw zo erg dat ze er van moest huilen. Ze had nooit de wens geuit om koningin te worden, en vond het erg moeilijk om zover van haar familie te moeten wonen. De koningin vond haar verwend en onwaardig en Desiree’s metgezellen, vooral Elise la Flotte, maakten haar impopulair. Elise la Flotte stimuleerde Désirée om te klagen over alles. In het zelfde jaar verliet Désirée Zweden en ging ze terug naar Parijs.


Na de dood van koning Karel XIII op 5 februari 1818 werd de man van Désirée koning van Zweden en Noorwegen als koning Karel XIV Johan (Zweeds: Kung Karl XIV Johan). Op 11 mei 1818 vond de kroning plaats van Karel Johan in Zweden. En later dat jaar op 7 september vond de kroning voor het Noorse volk plaats.
Désirée bleef in Parijs, ze zei dat dit kwam vanwege haar gezondheid. Haar man nam in Zweden een maîtresse, Mariana Koskull. Deze vrouw was eerder al de maîtresse van Karel XIII geweest. In Parijs hield Désirée op donderdagen en zondagen recepties als de koningin van Zweden, ook al werd ze liever aangesproken als gravin. Ze werd verliefd op de Fransman Armand-Emmanuel Duplessis, die van 1815 tot 1818 en in 1820 de Premier van Frankrijk was. Ze vergezelde Armand tijdens zijn reizen, tot zijn dood in 1822. In dat zelfde jaar ontmoette ze haar zoon in Aken.

In 1823 keerde ze terug naar Zweden met haar schoondochter, Joséphine van Leuchtenberg. Josephine was een kleindochter van de in 1814 overleden Franse keizerin Joséphine. Op 21 augustus 1829 werd ze tot koningin van Zweden gekroond op eigen verzoek. Ze wilde eigenlijk ook tot koningin van Noorwegen gekroond worden, maar de Noren werkten dit tegen, vanwege haar geloof. Ze was in feite niet religieus. Désirée was de eerste koningin van gewone komaf, sinds Karin Månsdotter, de vrouw van koning Erik XIV. In de jaren 30 van de negentiende eeuw, deed Désirée haar best om een goede invulling te geven aan haar rol als koningin van Zweden. De tien jaar worden beschreven als een tijd van ballen en partijen. Zoveel waren er niet meer geweest sinds de regeringsperiode van koning Gustaaf III. Koningin Désirée kon dit ook niet volhouden en wilde al snel weer terugkeren naar Parijs. Echter haar man keurde dit niet goed. Ze werd nooit echt populair aan het Zweedse hof, en ook leerde ze de Zweedse taal nooit goed spreken of schrijven. Ze behield haar Franse hofhouding. In de zomer resideerde ze te Slot Drottningholm, het paleis waar haar man een grote hekel aan had, of te Rosersbergs slott. Ze bezocht Noorwegen een paar keer, voor het eerst in 1825. Het hof was verbaasd over haar informele gedrag.

Haar man, koning Karel XIV Johan, stierf op 8 mei 1844. Haar enige zoon, Oscar, werd toen koning als Oscar I. In 1853 wilde ze graag terugkeren naar Parijs, maar angst om te varen, zorgde ervoor dat dit niet door ging. Zelf stierf Désirée te Stockholm op 17 december 1860 op 83-jarige leeftijd.
(2) trouwde, 26 jaar oud, op woensdag 9 maart 1796 met Joséphine (Marie-Josèph-Rose Tascher de la Pagerie ) de Beauharnais, 32 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden op vrijdag 15 december 1809. Joséphine is geboren op donderdag 23 juni 1763 in Les Trois-Îlets (Martinique). Joséphine is overleden op zondag 29 mei 1814 in Rueil-Malmaison, 50 jaar oud. Joséphine is weduwe van Alexandre de Beauharnais (1760-1794), met wie zij trouwde op maandag 13 december 1779.

kroning van Josephine
Notitie bij Joséphine: Joséphine werd geboren in Martinique als dochter van de Franse kolonistenzoon Joseph Tascher de la Pagerie en de Franse kolonistendochter Rose-Claire des Vergers de Sanois. Haar vader had als page aan het Franse hof gediend en kwam rond zijn 20ste jaar terug naar Martinique als aide-de-camp van de Franse gouverneur aldaar. Joseph sloot een voordelig huwelijk met de Franse kolonistendochter Rose-Claire, die uit een rijke familie stamde. Het echtpaar woonde op de plantage waarover zij de leiding hadden en die later van de ouders van Rose-Claire werd gekocht.

Joséphine werd als kind "Yeyette" genoemd in de familiekring, een naam die haar door haar verzorgster was gegeven. Van Joséphine is bekend dat zij werd beschouwd als une beauté exotique en mogelijk licht gekleurd was.
"Yeyette" was de eerste van drie dochters van Joseph en Rose-Claire. Na haar volgden Catherine-Désirée en Marie-Françoise ("Manette").

Via haar tante Edmée Tascher de la Pagerie, gehuwd Renaudin, werd een huwelijk gearrangeerd met stiefzoon Alexandre de Beauharnais. Het huwelijk was ongelukkig: Alexandre vond Marie-Rose, zoals Joséphine vanaf haar huwelijk genoemd werd, weinig ontwikkeld. Marie-Rose had geen kennis genomen van de werken van Alexandres helden Rousseau en Voltaire. Ze had geen mening over politieke zaken. Marie-Rose voelde zich op haar beurt verwaarloosd door de vaak afwezige Alexandre. Bovendien was Alexandre haar ontrouw. Uit het begin van het huwelijk werden twee kinderen geboren: Eugène en Hortense.

Na enkele jaren werd de verwijdering tussen Marie-Rose en Alexandre nog groter. Alexandres vriendin Laure de Girardin stookte het vuurtje flink op en liet Alexandre geloven dat hij niet de biologische vader van Hortense zou zijn. Marie-Rose nam dit zo hoog op dat ze het huis van Alexandre verliet. De rechter moest er aan te pas komen. Marie-Rose bedong een scheiding van tafel en bed en alimentatie. Deze eisen werd door de rechter toegewezen toen bleek dat Alexandre zijn beschuldigingen van de vermeende ontrouw van Marie-Rose niet kon bewijzen. Ook mocht Marie-Rose van de rechter voortaan haar eigen (financiële) zaken beheren. Zoon Eugène mocht tot zijn vijfde levensjaar bij haar wonen. Dochter Hortense werd haar toegewezen.

Tijdens hun (kapotte) huwelijk brak op 14 juli 1789 de Franse Revolutie uit. In 1793 commandeerde Alexandre als generaal het Rijnleger, maar werd er later van beschuldigd dat hij opzettelijk zijn mannen had laten capituleren bij Mainz en daarom werd hij op 23 juli 1794 onthoofd door de guillotine.

Marie-Rose werd in de tijd van Robespierre (1758-1794) gevangengenomen en na zijn val weer bevrijd. Daarna werd ze de officiële maîtresse van Paul Barras, een Frans antiroyalistisch staatsman en een luitenant van het Franse leger (Barras was waarschijnlijk homoseksueel maar hij werd - zoals alle belangrijke mannen van zijn tijd - geacht een maîtresse te hebben). Hij vocht tegen de Engelsen. Tijdens de Franse Revolutie was hij lid van de Nationale Conventie.

Later hielp hij Robespierre ten val te brengen en leidde hij de nieuwe Franse regering. Waarschijnlijk leerde Marie-Rose via Barras Napoleon Bonaparte kennen. De Franse republiek werd van alle kanten aangevallen en ook in het eigen land en met name in Parijs was het onrustig. Barras steunde zwaar op het Franse leger om opstanden neer te slaan. Napoleon sloeg een opstand neer voor Barras op 13 Vendémiaire (de eerste maand van de Franse republikeinse kalender). Op 15 oktober 1795 beloonde Barras Napoleon voor zijn hulp en schonk hem het opperbevel over het "leger van Italië" en tevens hem de hand van zijn maîtresse Marie-Rose.

Na de staatsgreep van 18 Brumaire (nevelmaand - 9 november 1799) leerde Marie-Rose aldus de Corsicaanse Napoleon Bonaparte kennen. Napoleon was verrukt van de zes jaar oudere "Creoolse" (zie Creolen (blanke kolonisten)). Napoleon noemde haar Joséphine omdat hij dat romantisch vond en Marie-Rose veranderde wederom van naam. Voortaan sprak men van Joséphine.

Napoleon en Joséphine de Beauharnais trouwden op 9 maart 1796 in het geheim met elkaar en het huwelijk werd gesloten door kardinaal Joseph Fesch, de halfbroer van haar schoonmoeder. Joséphine kocht Malmaison, een buiten. Ook woonde ze met Napoleon in de Tuilerieën.

Op 2 december 1804 werd Joséphine door Napoleon gekroond tot keizerin. Joséphine was toen 41 en Napoleon 35 jaar. Napoleon kroonde, in aanwezigheid van de Paus Pius VII eerst zichzelf en daarna zijn echtgenote. Joséphine was zelf geen voorstander geweest van Napoleons troonsbestijging daar ze dacht dat Napoleon dan een erfgenaam wenste. Napoleon en Joséphine hadden echter geen kinderen. In 1806 kreeg Napoleon een buitenechtelijk kind, Charles Léon Denuelle, deze kon niet zijn wettige erfgenaam worden.

Op 15 december 1809 werd de familieraad samengeroepen om de scheiding tussen Napoleon en Joséphine goed te keuren. De Senaat bekrachtigde dit. Joséphine mocht de titel van keizerin blijven voeren.
Ze stierf op 29 mei 1814 ten gevolge van een longontsteking in het Malmaison, dat in 1906 een museum werd, waar voornamelijk werken betreffende Napoleon en zijn echtgenote Joséphine tentoongesteld werden.
(3) begon een relatie, ongeveer 35 jaar oud, omstreeks 1804 met Éléonore Denuelle de la Plaigne, ongeveer 17 jaar oud. Éléonore is geboren in 1787 in Parijs. Éléonore is overleden in 1868 in Parijs, 80 of 81 jaar oud.

Notitie bij Éléonore: Eleonore Louise Catherine Denuelle de la Plaigne (Parijs, 1787 -ald., 1868), dochter van Dominique Denuelle de la Plaigne en Françoise Caroline Éléonore Sophie Couprie, was de hofdame van de eerste vrouw van Napoleon, namelijk Joséphine de Beauharnais, en een van Napoleons vele maîtresses. Napoleon kreeg samen met la Plaigne een kind, de graaf Charles Léon Denuelle. Charles leefde van 1806 tot 1881.
(4) begon een relatie, ongeveer 39 jaar oud, omstreeks 1808 met Maria Walewska, ongeveer 22 jaar oud. Maria is geboren op donderdag 7 december 1786 in Brodne bij Lowicz. Maria is overleden in december 1817 in Parijs, 30 of 31 jaar oud.

Notitie bij Maria: Ze werd geboren als Maria Laczynska en stamde uit een arme, adellijke familie uit Polen.

Op 18-jarige leeftijd trouwde ze met de 70-jarige grootgrondbezitter Anastasius van Walewice-Walewski, met wie ze in 1805 een zoon kreeg.

In januari 1807 ontmoette Maria Walewska Napoleon Bonaparte. Ze liet zich door haar man, haar familie en door hooggeplaatste Poolse patriotten overhalen zijn minnares te worden. In mei 1810 werd hun zoon Alexandre Walewski geboren. Na Napoleons huwelijk met Marie Louise van Oostenrijk werd het contact tussen Napoleon en Maria Walewska tijdelijk verbroken.

Haar man overleed in 1814 en in datzelfde jaar reisden Maria en haar zoon Alexander naar Elba, waar Napoleon naar toe verbannen was. Tijdens de Honderd Dagen voegde zij zich ook weer bij hem.

In 1816 trouwde Maria Walewska met de graaf Philippe Antoine d’Ornano, een neef van Napoleon. Ze stierf in 1817 in het kraambed bij de bevalling van haar derde zoon.
Haar hart werd geplaatst in de crypte van de d’Ornano familie op de Cimetière du Père-Lachaise in Parijs. De rest van haar lichaam werd teruggebracht naar Polen.
(5) trouwde, 40 jaar oud, op zondag 11 maart 1810 met Marie Louise Leopoldina Francisca Theresia Josepha Lucia van Oostenrijk, 18 jaar oud. Marie is geboren op maandag 12 december 1791 in Wenen, dochter van Frans II Jozef Karel van Habsburg-Lotharingen van het Heilige Roomse Rijk en Maria Theresia Carolina Josepha der Beide Siciliën van Bourbon-Sicilië. Marie is overleden op vrijdag 17 december 1847 in Rome, 56 jaar oud.

Notitie bij Marie: Toen Napoleon na zijn scheiding van Joséphine de Beauharnais op zoek was naar een vrouw van koninklijken bloede, viel zijn oog - mogelijk op suggestie van Metternich - op de keizersdochter Marie Louise. Het huwelijk vond plaats op 11 maart 1810 en had tot doel de parvenu Napoleon een koninklijker allure te geven en het voortbestaan van de dynastie te verzekeren. Marie Louise werkte mee, maar beschouwde het als een persoonlijk offer.

Een jaar later, op 20 maart 1811, baarde zij de keizer diens lang gewenste opvolger: Napoleon (II) Frans Karel Jozef Bonaparte (1811-1832), die de titel koning van Rome ontving.

Zij trad te Parijs als regent op tijdens Napoleons afwezigheid in 1812, 1813 en 1814 toen hij op was veldtocht naar Rusland en tijdens zijn Duitse campagne. Na zijn eerste val in 1814 keerde ze terug naar Wenen, waar zij door de bevolking en door haar familie met open armen ontvangen werd. Zij ging niet in op Napoleons dringende verzoeken hem naar Elba te volgen. Ze bleef ook gedurende de Honderd Dagen in Wenen, opnieuw uitnodigingen van Napoleon negerend; hij heeft haar nooit meer gezien. Het Verdrag van Fontainebleau had haar in 1814 de soevereine hertogdommen Parma, Piacenza en Guastalla toegekend. Dit werd in 1815, ondanks verzet van de Bourbons, op het Congres van Wenen bevestigd. De voormalige koning van Rome werd later echter van opvolging uitgesloten.

Op 7 september 1821, dus vier maanden na de dood van Napoleon, sloot ze te Parma een morganatisch huwelijk met haar minnaar graaf Adam Adalbert van Neipperg, bij wie ze reeds twee kinderen had, die zij overigens via een arts had afgestaan. Om haar kind bij Napoleon bekommerde zij zich allang niet meer. Uit het huwelijk met Neipperg werd in datzelfde jaar nog een dochter geboren.

Samen met Neipperg regeerde ze op relatief liberale wijze. Na diens dood in 1829 sloeg minister Josef von Werklein echter een meer reactionaire richting in. Een opstand in Parma in 1831 werd door Oostenrijkse troepen de kop ingedrukt.

Neipperg overleed in 1829 en Marie Louise hertrouwde op 17 februari 1834 met haar opperkamerheer in Parma, graaf Charles-René de Bombelles. Zij stierf in 1847 aan borstvliesontsteking, waarna Parma en Piacenza weer aan het huis Bourbon-Parma toevielen.
Heerlijkheid:
aartshertogin van Oostenrijk, was als tweede echtgenote van Napoleon Bonaparte keizerin der Fransen en later soeverein hertogin van Parma, Piacenza en Guastalla
Kind van Napoleon en Éléonore:
1 Charles Léon Denuelle, geboren in december 1806 in Parijs. Charles is overleden op vrijdag 15 april 1881 in Pontoise, 74 jaar oud.
Notitie bij Charles: Omdat Napoleon vreesde geen kinderen te krijgen van zijn vrouw Joséphine de Beauharnais, verwekte hij Charles Léon bij Éléonore Denuelle de la Plaigne (1787-1868). Zij was een hofdame van Joséphine en overigens niet de enige maîtresse van Napoleon.
Kind van Napoleon en Maria:
2 Alexandre Colonna-Walewski, geboren op vrijdag 4 mei 1810 in Walewice bij Warschau. Alexandre is overleden op zondag 27 september 1868 in Straatsburg, 58 jaar oud.

Notitie bij Alexandre: Op 14-jarige leeftijd weigerde hij het Russische leger in te gaan. Hij vluchtte daarom naar Londen en daarna naar Parijs. De Franse regering weigerde hem uit te leveren aan de Russische autoriteiten. Koning Lodewijk Filips stuurde hem daarna in 1830 naar Polen, waar hij door de leiders van de Poolse opstanden naar Londen werd gezonden.

Na de val van Warschau bleef hij eerst twee jaar in Londen ging daarna het Franse leger in. Hij diende als kapitein in het Frans Vreemdelingenlegioen en de Chasseurs d’Afrique. In 1837 legde hij zijn functies in het leger neer en begon hij te schrijven voor de pers en voor het toneel.

In 1840 zond koning Lodewijk Filips hem naar Egypte. Daarna werd hij door François Guizot naar Buenos Aires in Argentinië gezonden. Nadat zijn neef Napoleon III in 1852 tot keizer van Frankrijk was uitgeroepen, werd Walewski als extraordinaris gezant gestuurd naar Florence, Napels en Londen.

In 1855 volgde hij Drouyn de Lhuys op als minister van Buitenlandse Zaken. Dit bleef hij tot 1860. In 1856 zat hij het Congres van Parijs voor. Van 1865 tot 1867 was hij voorzitter van het Wetgevend Lichaam.

Alexandre Walewski stierf op 27 oktober 1868 en werd begraven in Père Lachaise in Parijs.

Walewski trouwde in 1831 met Catharine Caroline Montagu. Zij overleed twee jaar later. Daarna trouwde hij in 1846 in Florence met Maria Anna di Ricci.

Hij had zeven kinderen, twee uit zijn eerste huwelijk, vier uit zijn tweede huwelijk en één buitenechtelijk kind:

Met Catharine Caroline Montagu:
Louise Marie Colonna-Walewska.
George Eduard Auguste Colonna-Walewski.
Beide kinderen stierven jong.

Met Maria Anna di Ricci:
Isabelle Colonna-Walewski.
Charles Walewski. Charles werd in 1916 vermoord.
Elise Colonna-Walewski.
Eugenie Colonna-Walewski.
Met zijn minnares Rachel Felix:
Alexandre Antoine Colonna-Walewski, (erkend in 1844 en geadopteerd door Walewski in 1860).
Functie:
Poolse en Franse politicus en diplomaat
Kind van Napoleon en Marie:
3 Napoleon II Frans Karel Jozef l’Aiglon (het arendsjong) Bonaparte, geboren op woensdag 20 maart 1811 in Parijs. Napoleon is overleden op zondag 22 juli 1832 in Wenen, 21 jaar oud.

Notitie bij Napoleon: Bij zijn geboorte ontving hij de titel koning van Rome. Hij was van 22 juni tot 8 juli 1815 als Napoleon II officieel keizer der Fransen, maar regeerde nooit daadwerkelijk.

Drie jaar na zijn geboorte stortte het Eerste Franse Keizerrijk van zijn vader ineen. Zijn moeder begaf zich met hem tegen de zin van zijn ooms Jérôme en Jozef naar Wenen. Na de Honderd Dagen proclameerden de Franse Kamers hem officieel tot keizer (22 juni 1815), maar op 8 juli besloten zij toch Lodewijk XVIII op de Franse troon te herstellen. Het Congres van Wenen schonk Marie Louise de titel hertogin van Parma, Piacenza en Guastalla. Rusland en Engeland weigerden echter Napoleon Frans’ opvolgingsrecht aldaar te erkennen omdat zij geen Bonaparte op de troon wensten. Ter compensatie ontving hij van zijn grootvader keizer Frans in 1818 de titel hertog van Reichstadt.

Hij groeide op in Oostenrijk en hoopte in 1830 met toestemming van Klemens von Metternich alsnog keizer te worden. Deze gebruikte zijn aanwezigheid om de Franse koning Lodewijk Filips ertoe te dwingen de Julirevolutie tot Frankrijk beperkt te houden.

Frans stierf op 22 juli 1832 op 21-jarige leeftijd in Paleis Schönbrunn aan tuberculose. Zijn lichaam rust nu naast dat van zijn vader in de Dôme des Invalides in Parijs.
5 Lucien Bonaparte is geboren op zondag 21 mei 1775 in Ajaccio, zoon van Carlo Maria Buonaparte (zie 1) en Maria Laetitia ( Madame Mère) Ramolino. Lucien is overleden op maandag 29 juni 1840 in Viterbo, 65 jaar oud.
Notitie bij Lucien: Lucien groeide op in Frankrijk en werd in 1789 in Ajaccio een van de radicaalste woordvoerders van de jacobijnen. Samen met de andere - toen nog onbelangrijke - Bonapartes vluchtte hij toen de conservatieve partij van Pasquale Paoli overwon in 1792 naar Marseille. Hij werd in 1797 lid en in 1798 voorzitter van de Raad van Vijfhonderd. Als aanhanger van Maximilien de Robespierre werd hij op 9 Thermidor II (27 juli 1794 in de Franse Republikeinse Kalender) gevangengenomen. Door interventie van zijn oudere broer Napoleon ontkwam hij ternauwernood aan de guillotine.

Als afgevaardigde van de Raad van Vijfhonderd in Saint-Cloud werkte hij samen met Emanuel Joseph Sieyès op 18 Brumaire VIII (9 november 1799) mee aan de staatsgreep van 18 Brumaire, waarbij Napoleon de macht overnam van het Directoire. Hij beval de Raad uiteen te jagen en speelde in feite een grotere rol in de staatsgreep dan Napoleon zelf. Lucien werd vervolgens Frans gezant in Madrid en trad als zodanig volgens zijn broer te eigenmachtig op. De beide broers raakten enige malen ernstig met elkaar in conflict.

Lucien trok zich na een ruzie met Napoleon in 1804 terug op zijn Italiaanse landerijen te Canino. Toen hij in 1810 naar Amerika wilde uitwijken werd hij door de Engelsen gevangengenomen. Na zijn vrijlating in 1814 keerde hij terug naar Rome, werd door paus Pius VII tot prins van Canino en Musignano verheven en daarmee bij de gratie van de paus soeverein heerser over dit gebied. Ondanks zijn conflict met Napoleon steunde hij deze in 1815 bij zijn terugkeer in de Honderd Dagen en trachtte - tevergeefs - te bemiddelen tussen Oostenrijk en Frankrijk.

Na de Slag bij Waterloo en het aftreden van Napoleon werd Lucien te Turijn door koning Victor Emanuel I van Sardinië gevangengenomen, maar na interventie door Pius VII weer vrijgelaten. Na de restauratie van het huis Bourbon met Lodewijk XVIII werd hij uit Frankrijk verbannen en verloor hij zijn plaats in de Académie française. De rest van zijn leven bracht hij door in Italië. Hij schreef werken in proza en poëzie zoals de roman La Tribu indienne (De indianenstam) en het gedicht Charlemagne (Karel de Grote).
Heerlijkheid:
1e vorst van Canino en Musignano
Lucien:
(1) trouwde, 18 of 19 jaar oud, in 1794 met Christine Boyer, 20 of 21 jaar oud. Christine is geboren in 1773. Christine is overleden in 1800, 26 of 27 jaar oud.
(2) trouwde, 27 of 28 jaar oud, in 1803 met Alexandrine Marie ("Madame Jouberthon") de Bleschamps, 24 of 25 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Lucien en Alexandrine: abdis
Alexandrine is geboren in 1778. Alexandrine is overleden in 1853, 74 of 75 jaar oud.
Notitie bij Alexandrine: weduwe van Hippolyte Jouberthon
Kinderen van Lucien en Christine:
1 Charlotte Bonaparte, geboren in 1795. Charlotte is overleden in 1865, 69 of 70 jaar oud.
Notitie bij Charlotte: Huwde in 1815 met prins Mario Gabrielli en in 1842, een jaar na diens dood, met de Romeinse arts ridder Settimio Centamori, met wie ze in Rome woonde.
2 Victoire Bonaparte, geboren in 1797. Victoire is overleden in 1797, geen jaar oud.
3 Christine Egypte Bonaparte, geboren in 1798. Christine is overleden in 1847, 48 of 49 jaar oud.
Notitie bij Christine: Huwde in 1818 met de Zweedse graaf Arvid Posse, van wie ze in 1824 scheidde. Datzelfde jaar hertrouwde ze met Lord Dudley Coutts Stuart, zoon van het Britse parlementslid John Stuart, 1e markies van Bute
Kinderen van Lucien en Alexandrine:
4 Karel Lucien Bonaparte, geboren op dinsdag 24 mei 1803 in Parijs. Volgt 6.
5 Laetitia Bonaparte, geboren in 1804. Laetitia is overleden in 1871, 66 of 67 jaar oud.
Notitie bij Laetitia: Huwde in 1821 met Thomas Wyse, Brits gezant aan het hof te Athene, van wie ze sinds 1828 gescheiden leefde, meestal in Aken. Hun dochter was de schrijfster Marie Studolmine Wyse.
6 Jozef Lucien Bonaparte, geboren in 1806. Jozef is overleden in 1807, 0 of 1 jaar oud.
7 Jeanne Bonaparte, geboren in 1807. Jeanne is overleden in 1829, 21 of 22 jaar oud.
Notitie bij Jeanne: Huwde in 1829 met markies Honorato Honorati, bekend als dichteres.
8 Paul Marie Bonaparte, geboren op donderdag 3 november 1808 in Canino. Paul is overleden op woensdag 5 december 1827 in bij Nauplion, 19 jaar oud.
Notitie bij Paul: Hij nam in 1827 aan de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog deel, waar hij als ondercommandant van Thomas Cochrane op het fregat Hellas grote moed toonde. Toen Cochrane in december 1827 in de haven van Nauplion twee Turkse schepen wilde aanvallen, snelde Paul Marie naar zijn kajuit om een wapen te halen. Daarbij schoot hij zichzelf per ongeluk dood.
9 Lodewijk Lucien Bonaparte, geboren op maandag 4 januari 1813 in landgoed Thorngrove (Grimley, Worcestershire). Lodewijk is overleden op dinsdag 3 november 1891 in Fano, 78 jaar oud.

Notitie bij Lodewijk: Hij was een taalkundige en politicus. Hij was de derde zoon van Lucien Bonaparte en dus een neef van Napoleon I. Hij werd op 22 maart 1815 prince français met het predicaat Keizerlijke Hoogheid. Op 21 februari 1853 werd hij erkend als prins Bonaparte met het predicaat Hoogheid.

Hij groeide op in Italië en ging pas in 1848 naar Frankrijk. Hij was aldaar voor twee korte perioden lid van de Wetgevende Vergadering als afgevaardigde van Corsica (1848) en de Seine (1849). Na de val van zijn neef Napoleon III in 1870 keerde hij terug naar Engeland.

Lodewijk was een uitstekend taalkundige en hield zich met name bezig met het in kaart brengen en classificeren van de Engelse en Baskische dialecten. Zijn classificatie van deze laatste wordt nog steeds gebruikt. Met de Nederlander Willem Jan van Eys (1825-1914) gold hij als een van de bekendere baskologen van zijn tijd, al heerst onder baskologen de mening dat Bonaparte ’n’était au fond qu’un amateur’ (Luis Michelena in 1973). Samen met de fonoloog Alexander J. Ellis bracht hij de Engelse dialecten in kaart. Ook de Italiaanse en Albanese dialecten konden zich in Lodewijks interesse verheugen.

Lodewijk huwde driemaal en liet bij zijn tweede echtgenote Clémence Richard één zoon na, Lodewijk Clovis Bonaparte. Hij stierf op 3 november 1891 in het Italiaanse Fano.
10 Pierre Napoleon Bonaparte, geboren op woensdag 11 oktober 1815 in Rome. Pierre is overleden op donderdag 7 april 1881 in Versailles, 65 jaar oud.

Notitie bij Pierre: Hij sloot zich in 1830 aan bij opstandige bendes in Romagna, voegde zich een jaar later bij zijn oom Jozef en werd in 1835 in Rome door de paus gevangengenomen. Hij kwam in 1836 weer vrij en trok naar Engeland. In 1848 keerde hij terug naar Frankrijk en werd voor het departement Corsica lid werd van de Nationale Vergadering. Hij was een uitgesproken republikein en had socialistische sympathieën.

Pierre keurde de staatsgreep van zijn neef Napoleon III (2 december 1851) af en werd gedurende het Tweede Keizerrijk op afstand van de regering gehouden - niet alleen om zijn politieke gezindheid maar ook vanwege zijn huwelijk in 1867 met de arbeidersdochter Justine Eléonore Ruffin. Hij verzoende zich echter met de keizer en nam de titel van prins aan. Hierop werd hij prompt verlaten door zijn republikeinse volgelingen en verloor hij elk politiek belang. Hij wijdde zich aan de literatuur en publiceerde enkele (matig ontvangen) gedichten.

Hij kwam op 10 januari 1870 echter weer groots in het nieuws toen hij de journalist Victor Noir met zijn revolver doodschoot. De republikeinse journalist Paschal Grousset, die een campagne tegen Pierre voerde, had Noir samen met een andere journalist op pad gestuurd om de prins tot een duel uit te dagen. In de woordenwisseling die hierdoor ontstond gaf Noir Pierre een oorvijg. Deze trok op zijn beurt een revolver en schoot de journalist dood.

Deze daad bracht de republikeinse pers in rep en roer en men eiste dat hij berecht zou worden. Er werd zelfs geld ingezameld om een monument ter ere van (de daarvoor relatief onbekende) Victor Noir op te richten. Het hooggerechtshof te Tours sprak Pierre echter op 27 maart 1870 vrij en dit gaf aanleiding tot grote republikeinse betogingen.

Hij stierf op 7 april 1881 te Versailles. Aan zijn dood werd weinig aandacht geschonken.
11 Antoine Lucien Bonaparte, geboren op donderdag 31 oktober 1816 in Frascati. Antoine is overleden op woensdag 28 maart 1877 in Florence, 60 jaar oud.

Notitie bij Antoine: Hij leefde sinds 1834 met zijn broer Pierre op de landgoederen van hun vader, de vorst van Canino. Toen paus Gregorius XVI ter ore kwam dat de broers een revolutionair vrijkorps wilden oprichten, vaardigde hij een arrestatiebevel uit. Antoine werd gearresteerd, maar vluchtte in 1836 met zijn broer naar de Verenigde Staten. In 1838 keerde hij terug naar Europa en in 1839 trouwde hij met Carolina Maria Anna Cardinali (1823-1879), de dochter van een advocaat te Lucca. Hij keerde in 1848 terug naar Frankrijk en werd in 1849 gekozen als lid van de Nationale Vergadering. Hij stierf in 1877 kinderloos.
12 Alexandrine Marie Bonaparte, geboren in 1818. Alexandrine is overleden in 1874, 55 of 56 jaar oud.
Notitie bij Alexandrine: Huwde in 1839 met graaf Vincenzo Valentini de Canino.
13 Constance Bonaparte, geboren in 1823. Constance is overleden in 1873, 49 of 50 jaar oud.
6 Karel Lucien Bonaparte is geboren op dinsdag 24 mei 1803 in Parijs, zoon van Lucien Bonaparte (zie 5) en Alexandrine Marie ("Madame Jouberthon") de Bleschamps. Karel is overleden op woensdag 29 juli 1857 in Parijs, 54 jaar oud.
                                                     
Notitie bij Karel: Hij was een Frans ornitholoog en politicus. Hij was een zoon van Lucien Bonaparte en dus een neef van keizer Napoleon I.

Hij werd opgevoed in Italië en bezocht daar ook de universiteit. Na zijn huwelijk op 29 juni 1822 met zijn nicht Zénaïde ging hij naar de Verenigde Staten, alwaar ook zijn oom en schoonvader Jozef Bonaparte verbleef. In Italië had hij kort te voren een nieuwe vogelsoort ontdekt, de zwartkoprietzanger (Acrocephalus melanopogon), en op zijn reis verzamelde hij exemplaren van een nieuw soort stormvogeltje dat later naar Alexander Wilson het Wilson-stormvogeltje (Oceanites oceanicus) werd genoemd. In de VS completeerde hij de vierdelige "Ornithology or History of the Birds of the United States" van James Grant Wilson. Hij heeft ook enkele nieuwe zoogdiersoorten beschreven.

In 1828 keerde hij terug naar Europa en vestigde zich in Rome, waar hij zijn studies voortzette. Bij de dood van zijn vader in 1840 werd hij vorst van Canino en Musignano. Kort hierop betrad hij de politieke arena en voegde zich bij de anti-Oostenrijkse partij. Hij gaf echter nog steeds wetenschappelijke lezingen en publiceerde een aantal werken zoals de "Iconografia della Fauna Italica". In de jaren 1848/1849 was hij een van de leiders van de republikeinen in Rome, maar hij moest na de val van de Republiek het land verlaten. Zijn neef Napoleon III weigerde echter aanvankelijk hem Frankrijk binnen te laten. Hij vestigde zich hierop in Leiden, alwaar hij het boek "Conspectus Generum Avium" over de vogels in Europese musea schreef. Een jaar later vestigde hij zich toch in Parijs, alwaar hij in 1854 directeur van de Jardin des Plantes werd. Hij stierf in 1857 te Parijs.
Heerlijkheid:
2e vorst van Canino en Musignano
Karel trouwde, 19 jaar oud, op zaterdag 29 juni 1822 in Brussel met Zénaïde Bonaparte, 20 jaar oud. Zie 3 voor persoonsgegevens van Zénaïde.
7 Maria Anna "Elisa" Bonaparte is geboren op vrijdag 3 januari 1777 in Ajaccio, dochter van Carlo Maria Buonaparte (zie 1) en Maria Laetitia ( Madame Mère) Ramolino. Maria is overleden op zondag 6 augustus 1820 in Villa Vicentina bij Cervignano, 43 jaar oud.

Notitie bij Maria: Vanwege haar scherpe tong was ze zeker niet Napoleons lieveling en ze bracht weinig tijd door in Frankrijk.
                                                         


Toen Napoleon in 1805 Piombino en Lucca veroverde stelde hij Elisa daar als vorstin aan. In 1807 hief hij het uit het Groothertogdom Toscane geschapen Koninkrijk Etrurië op en schonk Elisa de titel van groothertogin van Toscane. Deze functie bekleedde ze evenwel slechts in naam.

Elisa steunde in 1814 het overlopen van haar zwager Joachim Murat naar Oostenrijkse zijde en dit deed haar relatie met Napoleon geen goed. Na diens val nam ze de titel gravin van Compignano aan en trok zich terug naar Bologna en later naar Villa Vicentina. Dankzij haar goede relatie met Metternich kon ze haar fortuin behouden en bracht de rest van haar leven in luxe door. Ze stierf op 6 augustus 1820.

Het Congres van Wenen zette in Lucca Karel Lodewijk van Bourbon-Parma op de troon en in Toscane kwam de oude groothertog Ferdinand III weer aan de macht.
Maria trouwde, 20 jaar oud, op vrijdag 5 mei 1797 met Felix Pascal Bacciocchi, 34 jaar oud. Felix is geboren op dinsdag 18 mei 1762 in Ajaccio. Felix is overleden op dinsdag 27 april 1841 in Bologna, 78 jaar oud.

Notitie bij Felix: Hij was een Italiaans militair. Hij stamde uit een verarmde adellijke familie uit Corsica.

Hij diende in het Italiaanse leger onder Napoleon Bonaparte en huwde in 1797 diens zuster Elisa Bonaparte. Toen zij in 1805 tot prinses van Lucca en Piombino werd verheven verkreeg hij de prinselijke titel. Elisa gold echter als staatshoofd. Felix volgde na de val van Napoleon zijn vrouw en kinderen in haar ballingschap en woonde daar onder Oostenrijks toezicht in Bologna en Santo Andrea. Na Elisa’s dood in 1820 hield hij zich meestal in Bologna op waar hij een naar hem vernoemd paleis bewoonde. Hij stierf aldaar op 27 april 1841 met achterlating van een groot vermogen. Hij liet vier kinderen na van wie er twee als kind stierven:

Felix Napoleon (1798-1799)
Elisa Napoleona (1806-1869)
Frederik Napoleon (1813-1833)
Napoleon Karel Felix (1826-1853)
Heerlijkheid:
prins van Lucca, Piombino, Massa, Carrara en Garfagnana
8 Lodewijk Napoleon (de Lamme Koning of Lodewijk de Goede) Bonaparte is geboren op woensdag 2 september 1778 in Ajaccio, zoon van Carlo Maria Buonaparte (zie 1) en Maria Laetitia ( Madame Mère) Ramolino. Lodewijk is overleden op zaterdag 25 juli 1846 in Livorno, 67 jaar oud.

Lodewijk Napoleon door Charles Howard Hodges
Notitie bij Lodewijk: In 1806 werd hij op last van zijn broer Napoleon vorst van het Koninkrijk Holland, nadat een Nederlandse delegatie hem op 5 juni 1806 daartoe had verzocht. Hij ging een eigen koers varen en kwam zelfs op voor de belangen van het Koninkrijk Holland. Dat leidde tot een conflict met zijn broer; in 1810 trad hij alweer af, waarop het Koninkrijk in zijn geheel werd geannexeerd door Frankrijk. De koning van Holland maakte zich snel geliefd omdat hij dicht bij het volk stond, hij werd ’Lodewijk de Goede’ genoemd. Zijn optreden bij rampen werd nagevolgd door alle Nederlandse staatshoofden die na hem kwamen.

Lodewijk (Italiaans: Luigi; Frans: Louis) werd in 1778 geboren als zoon van Carlo Maria Buonaparte en Maria Laetitia Ramolino. Hij had drie oudere broers, Jozef, Napoleon en Lucien, een oudere zuster, Elisa, twee jongere zusters, Pauline en Carolina, en een jongere broer, Jérôme.

Na de dood van zijn vader in 1785 werd hij opgevoed door zijn oudere broer Napoleon. Hij kwam in 1791 naar het vasteland van Frankrijk, waar hij Frans leerde; zijn moedertaal was Italiaans. Onder zijn broer streed hij in diens Italiaanse veldtocht en in Egypte. Hierop werd hij bevorderd tot kolonel. Bij Napoleons keizerskroning in 1804 werd hij brigadegeneraal, Maarschalk van Frankrijk en keizerlijk prins.

Napoleon arrangeerde in 1802 een huwelijk tussen zijn broer Lodewijk en zijn stiefdochter Hortense de Beauharnais, dochter van zijn gemalin Joséphine de Beauharnais. Beide echtgenoten ervoeren het huwelijk als zeer ongelukkig. Hortense hield het niet lang uit bij haar man in Holland en vertrok weer naar Frankrijk, waarna het echtpaar gescheiden leefde. Niettemin kregen ze drie zoons:

Napoleon besloot in 1806 een eind te maken aan de Bataafse Republiek, omdat hij een sterk gezag wenste in de strategisch gelegen Nederlanden. Hij plaatste daarom zijn jongere broer Lodewijk Napoleon op de troon: door een familielid tot vorst te benoemen kon Napoleon toch invloed uitoefenen. Door het overlijden van stadhouder Willem V op 9 april 1806 stond Napoleon niemand meer in de weg. De zoon van Willem V, erfprins Willem Frederik had, in tegenstelling tot zijn vader, afstand gedaan van zijn rechten in de Nederlanden in ruil voor het vorstendom Fulda. Na een georkestreerd, maar formeel verzoek uit Nederland op 5 juni 1806, werd Lodewijk Napoleon koning van Holland.

Lodewijk Napoleon maakte echter bezwaar tegen de plannen van zijn broer. Omdat hij al jaren kwakkelde met zijn gezondheid – reuma dwong hem regelmatig kuuroorden op te zoeken – was hij niet van plan naar Nederland af te reizen.[2] Ook beviel het hem niet dat zijn broer hem als een ondergeschikte behandelde, die zonder inspraak de keizerlijke orders moest uitvoeren. Napoleon was echter onverbiddelijk, en uiteindelijk schikte Lodewijk zich in zijn lot.

Ook het Nederlandse verzet liep stuk. Op orders van de keizer reisde een Bataafse regeringsdelegatie naar Parijs af om over de machtswisseling te onderhandelen. Napoleon weigerde echter de afvaardiging te ontvangen, en tot hun grote vernedering moesten de delegatieleden Lodewijk uit naam van het Hollandse volk verzoeken vorst te worden. Een façade van legitimiteit kon niet verhullen dat de Hollanders een vorst kregen opgedrongen. Op 5 juni 1806 vond de officiële ceremonie plaats. In het bijzijn van de Bataafse delegatie werd Lodewijk Napoleon in Parijs tot vorst van het Koninkrijk Holland benoemd. Louis was nu: "Zijne Majesteit Lodewijk Napoleon door de genade Gods en de constitutie des rijks Koning van Holland, connétable van Frankrijk".

Om de Nederlandse patriciërs aan zijn troon te binden stelde de nieuwe koning op 12 december 1806 een ridderorde, de "Orde van de Unie" in. Nederland kende geen ridderorden maar de orde werd een onverwacht succes.

Bij zijn aankomst in Nederland had Lodewijk dus een gezagsprobleem, omdat de Hollanders een vorst kregen opgedrongen. Bovendien werd na eeuwen de Republiek plots voor een monarchie ingeruild, terwijl de patriotten zich juist fel hadden verzet tegen de stadhouderlijke monarchale ambities. Nederland was tot Lodewijks komst een republiek. Een vorst op de Nederlandse troon was in de ogen van de Hollandse patriotten in strijd met alles waar de zuivere republikeinse traditie en de uitgangspunten van de Bataafse Revolutie voor stonden.

Vreemd genoeg was van verzet nauwelijks sprake. Bij Lodewijks intocht in Den Haag waren slechts her en der toeschouwers te bespeuren, die meer uit nieuwsgierigheid dan enthousiasme een blik van de onbekende vorst wilden opvangen. Op enkele pamfletten na, met kritiek op de opgedrongen koning, van de polemiste Mietje Hulshoff, die daarvoor werd opgesloten, bleven protesten en revolutie uit. Apathisch wachtte het gewone volk wat de nieuwe machthebber hen zou brengen.

Historici hebben zich altijd afgevraagd waarom verzet uitbleef. Meerdere redenen zijn te geven. Om te beginnen werd Nederland niet ingelijfd bij Frankrijk. Alhoewel Napoleon via zijn broer aan de touwtjes kon trekken, bleef het land in naam onafhankelijk en werden de eigen wetten en religie gehandhaafd, evenals de vrijstelling van dienstplicht. Al met al was de Franse onderwerping niet totaal. In de tweede plaats was de politieke overgang niet abrupt: stadhouder Willem V had ook al de pretenties van een vorst gehad, terwijl een kleine groep meer bekwame bestuurders aan de touwtjes trok. Daarnaast koesterden veel burgers de hoop dat na de revolutie en de staatsgrepen een sterke man rust zou brengen. Afgezien van een klein groepje fanatieke orangisten zullen de meeste edelen, regenten en welgestelde burgers blij zijn geweest met een stabiel bestuur dat hun welstand en rol in het bestuur ongemoeid liet.

Al viel het verzet dus mee, de nieuwe vorst nam echter geen genoegen met de gelatenheid, maar poogde daadwerkelijk de sympathie van het volk te winnen en zijn gezag te rechtvaardigen. Reeds in zijn welkomsttoespraken haastte Lodewijk zich de Hollanders gerust te stellen. Hij mocht dan in Frankrijk zijn geboren, hij beloofde plechtig het belang van zijn Hollandse onderdanen in het oog te houden.

Lodewijk Napoleon behield ook als koning van Holland zijn Franse functies en waardigheden. Hij was Grand Connétable, hoogste militaire gezagsdrager, van het Keizerrijk. Daarnaast was hij Kolonel-generaal van de karabiniers, Groot Adelaar en Lid van de Grote Raad van het Legioen van Eer, senator, staatsraad en divisie-generaal. Aan elk van deze functies waren ook ruime inkomsten verbonden en de keizer herinnerde zijn broer er in brieven aan dat hij vooral een connétable van het keizerrijk en pas in de tweede plaats een koning was. Lodewijk zag dat duidelijk anders.

Lodewijk nam zijn taak zo serieus, dat hij taallessen nam bij de hoogleraar David Jacob van Lennep en bij de schrijver en hofdichter Willem Bilderdijk om het Nederlands onder de knie te krijgen.[3] Maar zoals voor alle Franstaligen ging hem de Nederlandse accentuering niet gemakkelijk af. Zo zou hij zichzelf bij een toespraak in Amsterdam konijn van Olland genoemd hebben.[3] De historiciteit van deze gebeurtenis staat echter niet vast. Ook Deventer, dat hij op 4 mei 1809 bezocht, beweert dat de koning daar zichzelf konijn genoemd zou hebben. Daarnaast had Lodewijk het Nederlands verheven tot de officiële taal in het bestuur, en hoewel dit besluit vooral was bedoeld om Franse spionnen te dwarsbomen, kreeg hij met zijn taalinteresse wel enige sympathie bij het Nederlandse volk, weliswaar vermengd met meewarigheid.

Een voorbeeld van Lodewijks taalbeheersing is een briefje dat hij in 1807 vanuit de Pyreneeën verstuurde naar minister Willem Frederik Röell, die naar hem onderweg was:

" Goed dag mij waard Röell, van doe gij nog in Tarascon, in deze slect en droefig dorp? Waarom zijt gij niet hier bij mij? Zonder Hollands gesel ik con niet al den dagen less nemen, trek dan geshuin en omkeeren in venig van tijd. Gelukig man! Gij ga moë wrouen zien en die vie is moiste en aimableste. Nu gij zal meer galant vorden, maar niet meer bevrindt van uw wriende. Waar wal mij waart tot verder zien in Paris. Pamiers deze wier augustus 1807, Lodewijk. Antwoorde mij in talen hollandsch in Toulouse. Mijn heer Flament heeft gehad mijn book, en screve aan u nog voor een goed less nemen."

— Geciteerd in J.G. Kikkert, Louis Bonaparte koning van Holland, Rotterdam, 1981

Koning Lodewijk sloot zich niet op in zijn Haagse paleis, maar ging regelmatig op tournee. Op zijn rondreizen deed hij ook de uithoeken van het koninkrijk aan, waar stadhouder Willem V zich zelden of nooit had vertoond. De tournee was niet slechts een slimme daad om sympathie te verwerven, want Lodewijk was ook daadwerkelijk gegrepen door de problemen die hij in deze afgelegen gebieden tegenkwam en pakte deze voortvarend aan. Zo woedde in Brabant de geheimzinnige zweetziekte, maar zonder angst zijn toch al wankele gezondheid te schaden, bezocht de koning de slachtoffers. Geschokt door het lijden liet hij meteen de benodigde geneesmiddelen komen, gaf voldoende geld voor de eerste noden, en liet een arts uit Boxmeer halen. Een paar weken later al was de epidemie bedwongen. Door als redder in nood op te treden, met altijd een oplossing binnen handbereik, kreeg hij al gauw nationaal respect.

Daarnaast was een deel van Brabant door overstromingen zwaar getroffen. Een ander belangrijk thema was de teruggave van katholieke kerken die in 1648 aan de protestanten waren toebedeeld en volgens de nieuwe grondwet van 1798 teruggegeven hadden moeten worden aan de katholieken. In 1809 ondernam hij van 13 april tot en met 17 mei 1809 een inspectiereis door de departementen Brabant en Zeeland. Tijdens deze reis werden de dorpen Tilburg, Oosterhout en Roosendaal tot stad verheven.’s Konings reis in 1809 had grote culturele, politieke, religieuze en sociale gevolgen voor Noord-Brabant. De reis voerde in het voorjaar van 1809 langs Grave, via Eindhoven, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Waalwijk, Oosterhout, Tilburg, Steenbergen naar Bergen op Zoom. Tijdens deze reis benadrukte hij dat het voormalige politiek achtergestelde Generaliteitsland in het seculiere Koninkrijk Holland een gelijkberechtigde plaats innam.

Rode draad tijdens Lodewijks bewind was het scheppen van nationale eenheid in een land waar het gewestelijk besef diep was geworteld. De koning verstevigde de greep van de centrale overheid op het lokale bestuur. In de ogen van Lodewijk moest het versplinterde Nederland een organische eenheid worden. Steden en gewesten voerden grotendeels een eigen beleid en trokken zich weinig aan van besluiten die in het verre Den Haag werden genomen. Lodewijk verdeelde het land in tien departementen en stelde aan het hoofd van elk een landdrost, die naar voorbeeld van de Franse prefect op lokaal niveau het regeringsbeleid in het oog hield. Burgemeesters in de grote steden werden voortaan benoemd door de vorst.

Direct na zijn aankomst in Holland in juli 1806 pakte Lodewijk de codificatie aan, waarmee men weliswaar in 1798 begonnen was, maar die langzaam in het slop was geraakt. De codificatie moest een einde maken aan de grote diversiteit in wetgeving en rechtspraak in Nederland. Het oorspronkelijke ontwerp voor een eerste Nederlands strafrecht-wetboek, het Lijfstraffelijk Wetboek van 1804, werd voltooid en in 1809 als Crimineel Wetboek voor het Koninkrijk Holland vastgesteld.[4] Hierin werd onder meer eigenrichting (of eigenrigting volgens de toenmalige spelling-Siegenbeek) als afzonderlijk delict strafbaar gesteld.

De koning kreeg van zijn broer, keizer Napoleon, de opdracht om in Nederland de Franse Code civil, het burgerlijk wetboek, in te voeren. Maar dat deed hij niet. Er kwam in 1809 een Wetboek Napoleon, ingerigt voor het Koningrijk Holland, dat weliswaar geïnspireerd was door het Franse voorbeeld, maar veel eigen vaderlandse wetgeving kende.[5] Daarmee toonde Lodewijk Napoleon baas in eigen huis te willen zijn. Hij werd hierin van harte gesteund door de vaderlandse juristen.

In 1809 verscheen ook nog het Wetboek van Koophandel, dat eveneens een eigen vaderlands wetboek was. Het sluitstuk vormde het Wetboek op de Regterlijke Instellingen en Regtspleging van 1809, waarin de rechterlijke organisatie en het procesrecht werden geregeld. De invoering van dit knap stuk codificatie werd verhinderd door de inlijving bij Frankrijk in 1810. Toen werd de Franse wetgeving ingevoerd. Na het herstel van de onafhankelijkheid in 1813 is nog even een poging gedaan om de wetboeken van Lodewijk Napoleon als basis te laten dienen voor de nieuwe vaderlandse wetgeving. Maar de aansluiting van België en het feit dat de juristen de Franse wetgeving tijdens de inlijving hadden leren te waarderen, verijdelden dat. Lodewijk Napoleon heeft zich met de wetgeving persoonlijk bemoeid. In zoverre was hij een epigoon van zijn keizerlijke broer, die zich ook nadrukkelijk in de beraadslagingen over de wetboeken mengde. Lodewijk Napoleon bewees in deze beraadslagingen een verlicht, maar absoluut vorst te willen zijn. Hij was enerzijds een tegenstander van onterende straffen zoals foltering en dwangarbeid en hij hechtte aan zijn koninklijk prerogatief (voorrecht) van gratie, anderzijds vond hij, anders dan zijn ministers, dat hij de rechters moest kunnen afzetten als ze hem niet bevielen. Daarmee maakte hij bewust een inbreuk op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en volgde hierin zijn broer.

Religieuze minderheden kregen meer rechten. Joden en katholieken hadden tijdens de Bataafse Revolutie weliswaar dezelfde burgerrechten verkregen als hun protestantse volksgenoten, maar in de praktijk was de discriminatie allerminst verdwenen. Lodewijk verklaarde daarom in 1808 alle religies wettelijk gelijk, nam doelbewust joden op in zijn ambtenarenapparaat en maakte zich kwaad om de achterstelling van katholieken, die nog altijd diensten hielden in schuilkerken. Op last van de vorst gaven de protestanten uiteindelijk enkele godshuizen terug aan de katholieken, zoals de Sint-Janskathedraal in ’s-Hertogenbosch.

Verzet tegen de koninklijke inmenging in de eeuwenoude usances bleef uit. Lodewijk was verstandig genoeg om de lokale machtsbonzen – zowel de adel op het platteland als de stedelijke regentenklasse – in het zadel te houden, als ze maar beloofden zijn beleid uit te voeren. Daarnaast hoopten bestuurders dat een sterk centraal gezag het verval van de eens zo machtige Republiek kon keren. Weliswaar waren ze gebonden aan de stortvloed van ordonnanties die hen vanuit Den Haag overspoelde, maar Lodewijk was tenminste een man die knopen doorhakte. Ook beseften ze dat Lodewijk onherroepelijk van de troon zou worden gestoten als zijn hervormingen faalden: ontevreden over zijn broer zou Napoleon het land meteen inlijven, zodat ook Nederland aan de dienstplicht moest geloven en elke cent uit de vrijwel lege schatkist moest omdraaien. Liever de koning dan de keizer, was de conclusie.

Lodewijk was een groot liefhebber van cultuur en wetenschappen. Hij liet daarom verschillende instituten oprichten die nu nog steeds in aangepaste vorm bestaan, zoals het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, de Koninklijke Bibliotheek en het Rijksmuseum. Zelf bezocht hij graag het Teylers museum te Haarlem. Ook stimuleerde hij de vrije kunsten door verschillende openbare kunsttentoonstellingen te organiseren.

Door twee nationale catastrofes kreeg Lodewijk onvoorzien de kans zich opnieuw als volkskoning te profileren. Op een kille wintermiddag in januari 1807 ontplofte een schip volgeladen met buskruit in het centrum van Leiden, de zogenaamde Leidse buskruitramp. De klap was tot in Den Haag te horen. Van het kruitschip werd alleen het anker teruggevonden, in een weide buiten de stad. Lodewijk spoedde zich nog dezelfde dag naar de plaats des onheils, waar hij diep getroffen was door de ravage. Honderden huizen waren van de aardbodem weggevaagd, een hele schoolklas was onder het puin bedolven en tussen de zwartgeblakerde ruïnes trof hij de verdwaasde slachtoffers aan.

De vorst trad doortastend op. Hij zette de koninklijke garde onmiddellijk aan het werk om het puin te ruimen, coördineerde de reddingswerkzaamheden, gaf bakkers in Delft opdracht brood te bakken voor de slachtoffers, ontbood zijn hofchirurg in Leiden en liet Paleis Huis ten Bosch als hospitaal voor de gewonden inrichten. Pas de volgende dag keerde hij terug naar Den Haag. Ook had Lodewijk oog voor de toekomst: hij verbood het vervoer van buskruit door dichtbevolkte plaatsen, richtte een rampenfonds op waarin hij 30.000 gulden stortte en stelde de stad Leiden de komende tien jaren vrij van belasting.

Het volk sloot de vorst meteen in de armen. Overal zong de naam Lodewijk de Goede rond, de Vader der Ongelukkigen. Hofdichter Willem Bilderdijk putte zich uit in lyrische loftuitingen, en een stortvloed aan etsen, gravures en schilderijen zag het licht, die zonder gêne de vorstelijke compassie verheerlijkten. Hij kweekte goodwill voor de monarchie.

Overstromingen in 1809 waren opnieuw aanleiding voor optreden. Hele dorpen werden verzwolgen toen de grote rivieren als gevolg van ijsdammen buiten hun oevers traden, de Betuwe veranderde in een gigantische binnenzee. Zonder een spoor van angst hielp Lodewijk echter eigenhandig mee de dijken met zandzakken te versterken. Hij coördineerde de hulpacties en bezocht afgelegen dorpen in het gebied om de getroffenen een hart onder de riem te steken. Wederom gaf Lodewijk prentenmakers opdracht zijn goede daden te verbeelden – op de meest beroemde gravure spreekt de vorst op een smalle dijk enkele ontredderde dorpsbewoners moed in, het water klotsend om zijn voeten.

Het propagandaoffensief en zijn doortastende optreden hadden groot succes, want tijdens een reis door Noord-Holland vergaf de bevolking van Edam hem zijn Franse afkomst. Toen hij opmerkte te hopen dat de Hollanders eens zouden vergeten dat hij niet in hun land geboren was, zei een oude man: "Dat hebben we sinds Leiden al vergeten."

Toch hadden zijn onderdanen niet louter lof voor Lodewijk. Zijn hang naar luxe en monarchale uitstraling vielen slecht bij de Hollanders die tegen de kostbare verhuizingen van Lodewijk waren en tegen de opknapbeurten die hij zijn diverse paleizen gaf. Terwijl Nederland straatarm was gaf de koning enorme bedragen uit aan een hier ongekende luxe. Waar mogelijk werden de opdrachten echter wel in Nederland uitgevoerd.

Omdat hij het zeeklimaat in Den Haag slecht voor zijn gezondheid vond, besloot hij in 1807 naar Utrecht te verhuizen, waar hij veel geld spendeerde aan het bewoonbaar maken van een reeks panden aan en bij de Drift, die tot koninklijk paleis werden omgevormd. Hierbij liet hij overigens zijn Nederlandse gevoel weer spreken: hij decoreerde zijn paleizen hoofdzakelijk met gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis.

Lang woonde Lodewijk er niet, want reeds enkele maanden later verhuisde hij weer naar het Amsterdamse Paleis op de Dam, waar hij tot overmaat van ramp het Waaggebouw liet afbreken omdat het zijn uitzicht bedierf. In Amsterdam kon hij niet wennen en daarom bracht hij bij voorkeur zijn tijd door op zijn lommerrijke buitenplaats in Haarlem (Landhuis Welgelegen nu Paviljoen Welgelegen), en in Soestdijk of Amelisweerd.

Een buitenissige aankoop van de koning was een compleet circus. De koning wenste zich een eigen menagerie zoals ook stadhouder Willem V die had bezeten en had de hortus botanicus willen uitbreiden. De collectie dieren werd een jaar lang in de oranjerie of in een kazerne gehuisvest en is vervolgens verkocht. Zilveren bestekken en een tafel zoals de Franse koningen die hadden laten dekken waren uitingen van de pracht en praal waarmee Lodewijk Napoleon zich omringde. Nederland dankt aan hem het empire-meubilair in het Paleis op de Dam en het behoud van het Loo dat door Lodewijk Napoleon gerestaureerd werd.

Lodewijk Napoleon was zeer impulsief. Op een spotprent uit zijn tijd staat hij dan ook afgebeeld met een "ordre" in zijn rechterhand en een "contre-ordre" in de linker. Op zijn voorhoofd staat "desordre". Later werd hij wel Lodewijk de Goede genoemd hoewel eerst slechts de Lamme Koning. Zijn broer Keizer Napoleon werd in Oost-Nederland (Zwolle) door het volk toegeroepen met "Kiek de Lamme z’n Breur" wat klonk als "Vive l’Empereur".

Napoleon raakte intussen steeds ontevredener over het beleid van zijn broer. Hij verweet Lodewijk de Nederlandse belangen telkens te laten prevaleren boven de Franse. Alhoewel hij de meeste bevelen van zijn broer uitvoerde, zoals het sluiten van de havens voor Engelse schepen in 1808, nam Lodewijk het inderdaad steeds vaker op voor de Hollandse belangen.

Napoleon maakte zich om te beginnen boos over Lodewijks weigering de dienstplicht in te voeren. De keizer eiste telkens meer soldaten, maar zijn broer hield vol dat hij niet aan de wensen van Napoleon kon voldoen. Op een bevolking van twee miljoen mensen was het een onmogelijke opgave een militaire bijdrage van 40.000 soldaten te leveren. Ook weigerde hij tiërcering van de staatsschuld. Indien hij Napoleons wens opvolgde slechts een derde van de leningen af te lossen, zouden vele privé-schuldeisers in Nederland hun geld mislopen, wat de toch al wankele economie verder zou verzwakken.

Tevens verzette Lodewijk zich tegen Napoleons eis het Continentaal stelsel strikt na te leven. Om zijn aartsvijand Groot-Brittannië tot overgave te dwingen, had Napoleon alle handel met de Britten verboden. Lodewijk was buiten zichzelf van woede, omdat de blokkade de haperende economie van de zeevarende natie zonder twijfel de genadeslag zou toebrengen. Alhoewel het stelsel onvermijdelijk was en havens op slot gingen, trad hij niet bijzonder hard op tegen smokkelaars, die hun sluikhandel langs de kustlijn onverminderd voortzetten.

Toen een Brits leger in 1809 het Zeeuwse eiland Walcheren onder de voet liep en de strategische vesting Bath veroverde (zie Walcherenexpeditie), zodat de weg naar Antwerpen open lag, stortte Napoleon een nieuwe vloed aan kritiek uit over zijn broer. Hoewel Lodewijk de Britse opmars een tijdig halt toeriep en ziektes de Britse troepen decimeerden en bovendien de inderhaast verzamelde troepen de vesting hernamen, hield Napoleon vol dat zijn broer een knoeier was. Zijn weigering om de in Holland impopulaire dienstplicht in te voeren was haast op een succesvolle Britse invasie uitgelopen, brieste hij.

Napoleon probeerde eerst zijn broer weg te lokken door hem de Spaanse troon aan te bieden, maar toen Lodewijk die weigerde, besloot hij zelf het gezag over te nemen. In de zomer van 1809 vertrok Lodewijk op last van zijn broer naar Parijs, waar hij na maandenlang geruzie met Napoleon uiteindelijk een traktaat moest slikken dat het Koninkrijk Holland bezuiden de rivieren inlijfde bij Frankrijk. Teleurgesteld keerde Lodewijk in 1810 terug naar zijn onderdanen, maar niet voor lang, want Franse ‘waarnemingstroepen’ trokken nog datzelfde jaar op naar de steden in het westen van Holland. Lodewijk begreep dat de zaak verloren was, trad zonder zijn broer te consulteren af ten gunste van zijn zoontje Napoleon Lodewijk en vluchtte vervolgens naar Wenen. Nederland werd vervolgens ingelijfd bij het Franse keizerrijk.

Lodewijk had in 1804 twee kastelen in Saint-Leu-la-Forêt gekocht. Hij nam nu de titel graaf van Saint-Leu aan en vestigde zich te Töplitz. Enige zwakke pogingen zijn troon te herwinnen mislukten. Na de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden keerde Lodewijk nog eenmaal terug in Nederland. Het feit dat de Nederlanders hem daarbij op het balkon van zijn hotel toejuichten ontroerde hem zeer, al was het de vraag of de sympathisanten in de eerste plaats vóór Lodewijk of tégen het Huis van Oranje waren. De rest van zijn leven sleet hij in ballingschap te Florence.

Lodewijk, die al jaren gescheiden leefde van zijn vrouw, kon pas na haar dood in 1837 hertrouwen. In 1838 huwde hij - op 60-jarige leeftijd - de 16-jarige markiezin Julia Livia di Strozzi, die werd beschouwd als de mooiste vrouw van Italië. Hij stierf op 67-jarige leeftijd en werd begraven in de dorpskerk van Saint-Leu-la-Forêt.
Heerlijkheid:
vorst van het Koninkrijk Holland
Lodewijk trouwde, 23 of 24 jaar oud, in 1802 met Hortense Eugénie Cécile de Beauharnais, 18 of 19 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1810. Hortense is geboren op donderdag 10 april 1783 in Parijs, dochter van Alexandre de Beauharnais en Joséphine (Marie-Josèph-Rose Tascher de la Pagerie ) de Beauharnais. Hortense is overleden op donderdag 5 oktober 1837 in Slot Arenenberg in Thurgau, 54 jaar oud.

Koningin Hortense met haar oudste zoon Napoleon Karel.
Notitie bij Hortense: In 1802 werd zij uitgehuwelijkt aan Napoleons broer Lodewijk Napoleon en werd zo in 1806 de eerste koningin van Holland. Het was een zeer ongelukkig huwelijk. In 1810 gingen de twee uit elkaar. Wel werden er drie zoons uit geboren, onder wie de latere keizer Napoleon III (van wie echter ook wel wordt beweerd dat Carel Hendrik Ver Huell de eigenlijke vader is). Met haar minnaar Charles Joseph de Flahaut kreeg ze nog een zoon, Charles Auguste Louis Joseph, die door zijn halfbroer Napoleon III in 1862 tot hertog van Morny werd gemaakt.

Van 1 juli tot 13 juli 1810 was zij regentes voor haar zoon Napoleon Lodewijk die door zijn vader tot koning van Holland benoemd was.

Na de verbanning van Napoleon in 1814 kon Hortense onder bescherming van tsaar Alexander I in Parijs blijven maar - ondanks het feit dat haar moeder en Napoleon waren gescheiden - steunde zij haar stiefvader na zijn terugkeer van Elba in 1815. Na diens definitieve ondergang ontvluchtte ze Frankrijk. Ze maakte reizen door Duitsland en Italië en kocht uiteindelijk het slot Arenenberg in het Zwitserse kanton Thurgau waar ze tot haar dood in 1837 zou blijven wonen.

Zij is ook als componiste bekend, en schreef ± 140 ’Romances’, voor sopraan en piano of harp, waaronder het in de eerste helft van de negentiende eeuw erg populaire "Partant pour la Syrie". Partant pour la Syrie was van 1852 tot 1870 het Franse volkslied. De kunstzinnige koningin kon ook goed tekenen; zij portretteerde Charles de la Bédoyère en ontwierp de versierselen van de Orde van de Unie.
Heerlijkheid:
koningin van Holland
Kinderen van Lodewijk en Hortense:
1 Napoleon Karel Bonaparte, geboren op zondag 10 oktober 1802 in Parijs. Napoleon is overleden op maandag 4 mei 1807 in Den Haag, 4 jaar oud.
Notitie bij Napoleon: Als eerste neef van Napoleon I was Karel vooralsnog diens beoogde opvolger. Lodewijk verzette zich tegen ’s keizers wens tot adoptie, enerzijds omdat hij het kind zelf wilde opvoeden, anderzijds omdat een adoptie het (onjuiste) verhaal zou bevestigen dat Napoleon Karels echte vader was. De keizer bood Karel begin 1805 in ruil voor adoptie de troon van Italië aan. Lodewijk weigerde, maar Napoleon benoemde Karel in 1805 in een proclamatie wel tot opvolger. Mocht Karel bij zijn troonsbestijging nog minderjarig zijn, dan zouden Lodewijk en zijn oom Jozef als regent optreden.

Karel stierf in de nacht van 4 op 5 mei 1807 na een ziekbed van enkele dagen aan de kroep. Hij werd begraven te Saint-Leu-la-Forêt. Zijn dood schokte zijn ouders zeer en betekende een periode van toenadering tussen de twee van elkaar vervreemde echtelieden.
2 Napoleon Lodewijk Bonaparte, geboren op donderdag 11 oktober 1804 in Parijs. Napoleon is overleden op donderdag 17 maart 1831 in Forli, 26 jaar oud.
Notitie bij Napoleon: Napoleon Lodewijk werd na de dood van zijn oudere broer Napoleon Karel in 1807 kroonprins. In 1809 benoemde zijn keizerlijke oom Napoleon I hem, als opvolger van Joachim Murat, tot groothertog van Berg. Enige feitelijke macht was hiermee niet verbonden.

Toen Lodewijk Napoleon in 1810 naar aanleiding van het conflict met zijn broer aftrad, werd Napoleon Lodewijk op 1 juli 1810 zijn opvolger. Zijn moeder Hortense trad als regentes op. De bedoeling van Napoleon Lodewijks troonsbestijging was geweest in ieder geval de zelfstandigheid van Holland te bewaren, maar de keizer negeerde het besluit en annexeerde het land op 13 juli van datzelfde jaar. Hij liet de kleine Napoleon Lodewijk naar Frankrijk overbrengen.

Na Napoleons nederlaag in de Volkerenslag bij Leipzig werd het groothertogdom Berg opgeheven (1 december 1813) en verloor Napoleon Lodewijk ook deze titel. Hij nam hierop de titel graaf van Flahaut aan. Een jaar later voerden zijn ouders een proces over de voogdij, dat door zijn vader werd gewonnen. Op 23 juli 1827 trad hij te Florence in het huwelijk met zijn nicht Charlotte Bonaparte, dochter van zijn oom Jozef. Het huwelijk bleef kinderloos.

Napoleon Lodewijk nam in 1831 samen met zijn jongere broer Karel Lodewijk Napoleon deel aan een opstand tegen het pauselijk gezag in Italië. Hierbij overleed hij op 17 maart aan roodvonk. Hij ligt begraven in Saint-Leu-la-Forêt.
3 Napoleon III Bonaparte, geboren op woensdag 20 april 1808 in Parijs. Volgt 9.
9 Napoleon III Bonaparte is geboren op woensdag 20 april 1808 in Parijs, zoon van Lodewijk Napoleon (de Lamme Koning of Lodewijk de Goede) Bonaparte (zie 8) en Hortense Eugénie Cécile de Beauharnais. Napoleon is overleden op donderdag 9 januari 1873 in Chislehurst bij Londen, 64 jaar oud.

Notitie bij Napoleon: Karel Lodewijk Napoleon (Frans: Charles-Louis-Napoléon; zijn eerste voornaam gebruikte hij niet) werd in 1808 geboren als Prins van Holland en derde zoon van Hortense de Beauharnais. De identiteit van zijn biologische vader is altijd omstreden geweest, maar hij ontleende zijn achternaam en aanspraak op de keizerstroon aan Hortenses echtgenoot Lodewijk Napoleon Bonaparte, koning van Holland, die officieel als zijn vader gold en dit mogelijk biologisch ook was. Hij had twee oudere broers, Napoleon Karel (1802-1807) en Napoleon Lodewijk (1804-1831).

In 1836 verscheen Lodewijk Napoleon in Straatsburg voor een kazerne, waar hij proclameerde dat hij Lodewijk Filips zou afzetten. Hij werd gearresteerd, berecht en verrassend genoeg door de krijgsraad vrijgesproken, en werd hierna met 15.000 frank weggestuurd. Napoleon vertrok opnieuw naar Engeland.

Na een tweede couppoging in Boulogne – waar hij, na een landing met 65 soldaten, al gauw werd opgepakt – werd hij opgesloten in de vesting van Ham. Tijdens zijn gevangenschap ging hij verder met het schrijven van pamfletten over zijn rechten op de troon.

In 1844 overleed zijn oom Jozef, waardoor er niets en niemand meer tussen hem en het keizerschap instond. Enkele maanden daarna overleed zijn vader, waardoor hij nu ook de rechtmatige troonopvolger was voor de bonapartisten. In het revolutiejaar 1848 viel Lodewijk Filips’ Julimonarchie, ontstaan uit de Julirevolutie van 1830, in de Februarirevolutie van dat jaar genoemd.

Napoleon III en Bismarck in gesprek, na de slag om Sedan
Hierop volgde een roerige tijd, waarin de macht in korte tijd vaak in verschillende handen kwam. Zelfs de hertog van Wellington – de vroegere aartsvijand van Napoleon I – zei op een gegeven moment dat Frankrijk weer een Napoleon nodig had. Uiteindelijk wist Lodewijk Napoleon zich in november – na verschillende verkiezingen – definitief te doen verkiezen als parlementslid in de Assemblée Nationale. In oktober werd er nog een amendement ingediend door een republikein, die niet wilde dat leden van de keizerlijke familie lid konden worden van het parlement. Het had een averechtse uitwerking: wetsartikelen die deze mogelijkheid uitsloten, werden geschrapt. Na Napoleons verkiezing werd een nieuwe grondwet gemaakt (niet speciaal voor Napoleon, maar in verband met het nieuwe staatssysteem), en een maand erna volgden de presidentsverkiezingen. Napoleon won deze zeer overtuigend, mede door zijn naam, en de impopulariteit van zijn grootste tegenstander, generaal Cavaignac. Hiermee was Lodewijk Napoleon de eerste Franse president die werd verkozen door het volk.

Een belangrijke campagne tijdens Napoleons presidentschap was de ingreep tegen de Italiaanse eenheidsstrijder Giuseppe Mazzini, die Rome bezet hield. Napoleon stuurde een expeditieleger van 9.000 man op een missie die slaagde. Later zou Napoleon van denkbeeld en daarbij van zijde veranderen in de Italiaanse kwestie.

Lodewijk Napoleon als keizer

In 1851 stelde Lodewijk Napoleon het parlement voor om de grondwet te veranderden, zodat de president zich herkiesbaar kon stellen. Lodewijk vond dat de vierjaarlijkse termijn niet genoeg was om zijn hele programma te voltooien. Het parlement, dat vooral nog bestond uit monarchisten die achter de Bourbons stonden, weigerde dit. Op 2 december 1851 pleegde Napoleon hierop een staatsgreep: hij ontbond het parlement, en door middel van een meerderheid bij een volksraadpleging werd zijn presidentiële termijn alsnog verlengd. Deze coup deed veel republikeinen besluiten om Napoleon de rug toe te keren. De laatste democraten, onder wie Alexis de Tocqueville, werden opgesloten. Het keizerlijke aspect was intussen al duidelijk merkbaar geworden. Een jaar later werd in Frankrijk na een tweede volksraadpleging officieel het Keizerrijk (bekend als Tweede keizerrijk of Second Empire) uitgeroepen. Bijna het gehele stemgerechtigde Franse volk (7,8 van de 8,2 miljoen) stemde op Napoleon als erfelijk keizer.

De betrouwbaarheid van beide referenda werd, en wordt nog steeds, betwist. Maar Napoleon werd keizer, als Napoleon III. (Napoleon II was de zoon van Napoleon I, die na de abdicatie van zijn vader als 4-jarig kind slechts twee weken de titel van keizer droeg.) Hij liet zich, net als zijn illustere oom, kronen op 2 december. Dit was 1 jaar na de staatsgreep, en 48 jaar na de kroning van zijn voorganger.

Door zijn keizerschap haalde Napoleon zich de woede van de bekende schrijver Victor Hugo op de hals. Hugo had hem gesteund bij zijn presidentsverkiezing, maar voelde zich nu verraden, omdat Napoleon alsnog een monarchie had gesticht.


Lodewijk Napoleon als keizerIn het eerste jaar van zijn regering begon Napoleon gelijk met het verbannen van misdadigers naar strafkolonies als het beruchte Duivelseiland, en Nieuw-Caledonië. Kort hierop ging hij op zoek naar een echtgenote, en daarmee ook naar een troonopvolger. Napoleon had eerst een Duits nichtje van koningin Victoria op het oog, maar dat plan wierp, als een van de vele, geen vruchten af. Uiteindelijk trouwde hij met de Spaanse Eugénie de Montijo, gravin van Teba. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren, de latere Napoleon IV, op 16 april 1856. Tot die tijd was Napoleons neef Napoleon Jozef Karel Paul Bonaparte, de zoon van Jerôme Bonaparte, kroonprins. Na de geboorte van zijn zoon was Napoleon III ineens veel minder geïnteresseerd in zijn echtgenote, en hij ging zich te buiten aan vele buitenechtelijke escapades.

In 1858 werd er door een jonge Italiaanse revolutionair, Felice Orsini, een mislukte aanslag op hem gepleegd, volgens de latere verklaring van Orsini door het optreden van Napoleon tijdens de Italiaanse vrijheidsstrijd in 1848 en 1849. De valse beloften aan de vrijheidsbeweging speelden hierbij een belangrijke rol. Napoleon en zijn vrouw raakten – op een snee in Napoleons neus na – niet gewond. Er vielen wel enkele doden en veel gewonden tussen de omstanders.

De aanslag deed Napoleon herinneren aan zijn tijd bij de Carbonari (de Italiaanse vrijheidsbeweging waar hij in zijn jeugd lid van was geweest), en hij begon de voordelen van een Italiaanse eenheidsstaat in te zien. Maar dit moest dan wel een koninkrijk zijn, en niet – zoals het denkbeeld van de Carbonari was – een republiek. Napoleon besloot in te grijpen in Italië, hetgeen resulteerde in een Oostenrijkse nederlaag – zijn doel van een Italiaanse eenheid was dat Oostenrijk zwakker werd – en de Italiaanse overgave van Savoye en Nice aan Frankrijk. Napoleons voornaamste Italiaanse bondgenoot was graaf Camillo Benso di Cavour, de eerste minister van Sardinië-Piëmont. Door zijn medewerking aan de zaak van de Italiaanse eenheid vervreemdde hij van de reactionairen en klerikalen, die ook de Kerkelijke Staat in gevaar zagen komen. Napoleon was echter van begin af aan van plan geweest na de vestiging van zijn macht op meer democratische wijze te regeren en steunde derhalve na 1860 meer op de liberalen.

Verder verliep de militaire loopbaan van de keizer erg goed. Op zijn conto staan de gezamenlijke overwinning met Engeland in de Krimoorlog; de strafexpeditie naar Vietnam (toen nog Frans Indo-China), omdat hier katholieke missionarissen waren vermoord door de Vietnamezen; de gezamenlijke overwinning met Engeland in de Tweede Opiumoorlog (in China). Hieruit blijkt dat Engeland ondertussen een goede bondgenoot van Frankrijk was geworden, in tegenstelling tot het Frankrijk onder de eerste Napoleon.

De Nederlandse koning Willem III der Nederlanden en zijn vrouw Sophie waren bevriend met Napoleon III. Zij oriënteerden zich op Frankrijk en niet op Pruisen. Het Nederlandse koningspaar bracht een officieel bezoek aan de op dat moment in Compiègne residerende keizer. Op 13 september 1855 ontving Napoleon het Grootkruis in de Militaire Willems-Orde. In hetzelfde besluit benoemde Willem III ook keizer Alexander II van Rusland tot Ridder-Grootkruis. De beide keizers waren vijanden in de Krimoorlog, waar Nederland een neutraal standpunt innam. Sommige Nederlanders die de onderdrukking van de eerste Napoleon nog hadden meegemaakt keerden zich tegen deze benoeming.

Maar er was ook een grote nederlaag voor Napoleon. Dit was zijn interventie in Mexico, in een poging macht in Midden-Amerika te winnen. Mede door hem werd Maximiliaan van Oostenrijk tot keizer van Mexico uitgeroepen. De liberale Mexicaanse president bleek daar echter de touwtjes nog aardig in handen te hebben, en ondanks vele waarschuwingen en oproepen van Napoleon om terug te keren, werd Maximiliaan in 1867 geëxecuteerd.

Intussen werd Parijs bestuurd en herbouwd (onder andere om eventuele revolutionaire activiteiten de baas te kunnen) door baron Haussmann, door Napoleon zelf naar Parijs gehaald. Maar dit was de enige positieve zaak van de laatste jaren. De ondergang was nabij.

Internationaal raakte Frankrijk in een isolement. Napoleon koos de zijde van de paus en Poolse opstandelingen. De paus was de vijand van Italië – ondertussen één koninkrijk, maar nog zonder de Pauselijke Staat, welke later geannexeerd werd – waar Napoleon nog mee gevochten had. De Polen waren de vijanden van Rusland, waar Frankrijk weer een goede diplomatieke relatie mee had na de Krimoorlog.

Toen Pruisen Oostenrijk versloeg in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog bleef Frankrijk neutraal. Napoleon had in het geheim bij Bismarck bedongen, dat hij de vrije hand zou krijgen in Luxemburg en België. Een jaar later kon de Pruisische kanselier zich echter niets herinneren van deze afspraak. Terwijl de Nederlandse kroonprins Willem al in Parijs was met de koopakte van het groothertogdom, moest De Britse regering ingrijpen om een Pruisisch-Franse oorlog te voorkomen.

Hiermee kromp Napoleons macht alleen maar verder ineen. Die van Pruisen groeide echter gestaag. Toen kwam het zover dat Frankrijk Pruisen de oorlog verklaarde en de Frans-Duitse Oorlog begon. Beide landen hadden al enige jaren politieke conflicten, onder andere over de opvolging van de Spaanse koning. Het Pruisische leger was superieur aan het Franse; het had weliswaar minder manschappen, maar een veel betere organisatie. Uiteindelijk werd Parijs belegerd, en nadat daar enkele revolutionairen de macht hadden overgenomen en de commune van Parijs hadden uitgeroepen, gaf Frankrijk zich over. Napoleon was toen al gevangengenomen door de Pruisen, na de Slag bij Sedan, in september 1870. Elzas-Lotharingen werd Duits gebied: kort na de overwinning in de zogeheten Frans-Pruisische oorlog werd koning Wilhelm I tot eerste keizer van het nieuwe Duitsland gekroond.

Napoleon III werd op 19 maart 1871 vrijgelaten en begaf zich als balling naar Engeland. Hij stierf aldaar in 1873 en werd begraven in de Sint-Michaelsabdij te Farnborough. Zijn enige zoon Napoleon Eugène Lodewijk werd tot Napoleon IV uitgeroepen. Hij zou echter nooit regeren.
Heerlijkheid:
van 1848 tot 1852 president en daarna tot 1870 als Napoleon III keizer van Frankrijk.
Napoleon trouwde, 44 jaar oud, op donderdag 13 januari 1853 met Eugénie de Montijo, 26 jaar oud. Eugénie is geboren op vrijdag 5 mei 1826 in Granada. Eugénie is overleden op zondag 11 juli 1920 in Madrid, 94 jaar oud.
Notitie bij Eugénie: Haar vader was Cipriano Palafox y Portocarrero, graaf van Teba en een afstammeling van Ferdinand I van Castilië en Léon. Hij was een Spaanse Grande 1e klasse en haar moeder was María Manuela Kirkpatrick de Closbourn y de Grevigné.

Haar zus María Francisca de Sales de Palafox Portocarrero y Kirkpatrick, genaamd Paca (1825-1860), heeft alle titels geërfd.Zij was hertogin van Peñaranda, grande de Espana, 9e gravin de Montijo. Eugénie werd al vrij vroeg opgevoed om in hogere kringen te vertoeven; ze verbleef in Parijs waar ze een katholieke opvoeding genoot. Ze maakte de indruk van hoge komaf te zijn, haar grootvader was echter een Schotse wijnhandelaar. Een dergelijk huwelijk gold voor een keizer als een "mesalliance" maar Napoleon, een man met mulatenbloed en afstammeling van de tot 1790 onbeduidende familie Bonaparte, trouwde wel een van de mooiste vrouwen van zijn tijd.

Eugénie woonde in Parijs vele bals bij om zo de geschikte echtgenoot te vinden. Hierin werd zij ’gecoacht’ door de schrijver Prosper Mérimée, een goede vriend van haar moeder. Het verhaal gaat dat de moeder van Eugénie hem het verhaal van ’Carmen’ (dat later door Georges Bizet tot de opera Carmen werd bewerkt) verteld heeft als authentiek.

De keizerin had een belangrijke inbreng in het geslacht Napoleon, ze probeerde het Franse hof weer glans te geven. Hiervoor werden verschillende salons in Versailles, het Louvre en Chantilly bekleed in Napoleon III-stijl. Ze benoemde de Brit Charles Frederick Worth als hofleverancier waardoor deze algauw de Parijse modewereld domineerde. De keizerin laat belangrijke bestellingen plaatsen bij hem voor bals en staatsceremonies. Ook juweliers krijgen keizerlijke opdrachten. Veel stukken zijn verdewenen maar een deel van haar collectie is te bewonderen in het Louvre. Onlangs is de grand noeud de corsage verkocht aan het Louvre voor 6.72 miljoen euro.[1] Op dit juweel zitten maar liefst 2643 diamanten. Ook de tiara met parels (zie portret) is terug in de collectie van het Louvre. Ook François Kramer en Bapst vervaardigden legendarische juwelen voor de keizerin. Er werd voor haar een parure gemaakt met druivenbladeren, waarvan de gordel 4500 briljanten bevatte.

Daarnaast haalde ze Franz Xaver Winterhalter binnen als hofschilder, die ook aan het Habsburgse hof Keizerin Elisabeth vereeuwigde. Zij bestelde talloze doeken bij hem, waarvan het bekendste haar portret (zie foto) en het groepsportret met haar hofdames.

Ze onderhield een correspondentie met de rest van haar familie, ook met haar aangetrouwde nicht Clementine van België. Zij was een vriendin van de Britse koningin Victoria. Eugénie was een dame in de Spaanse Maria-Luisa-Orde.
Heerlijkheid:
9de gravin van Teba, laatste keizerin van Frankrijk
Kind van Napoleon en Eugénie:
1 Napoleon Eugène Lodewijk Bonaparte, geboren op zondag 16 maart 1856 in Parijs. Napoleon is overleden op zondag 1 juni 1879 in Bij Ulundi, 23 jaar oud.
Notitie bij Napoleon: bijgenaamd Loulou, was de enige zoon van keizer Napoleon III en keizerin Eugénie de Montijo. Hij was de kleinzoon van Lodewijk Bonaparte, de koning van Holland.

Zijn moeder was zeer bezorgd over de jonge Eugène en voedde hem streng op. Hij was als kind zwak en ziekelijk, levendig maar eenzaam.

In de Frans-Pruisische Oorlog van 1870-1871 ontvluchtte Lodewijk met de keizerlijke familie Frankrijk en ging naar Engeland waar hij zich vestigde in Chislehurst. Hij voltooide zijn militaire opleiding in Woolwich. Na de dood van zijn vader op 9 januari 1873 noemde hij zich graaf van Pierrefonds en bij zijn meerderjarigheid in 1874 werd hij door de Bonapartische partij als Napoleon IV tot troonpretendent en familiehoofd uitgeroepen. In deze jaren was er sprake van dat hij Beatrice, jongste dochter van de Engelse koningin Victoria, zou huwen.

Transport van Lodewijks lijk naar Engeland

Om zijn prestige te vergroten en aldus meer kans op de troon te maken werd Eugène aangemoedigd deel te nemen aan de Engelse expeditie naar Zoeloeland in februari 1879. Aldaar werd hij op een verkenningstocht door de Zoeloes in een hinderlaag gelokt en bij Ulundi door 18 werpsperen doorboord. Zijn dood was voor veel Europeanen een grote schok en met hem ging de laatste reële kans om weer een Bonaparte op de troon te krijgen verloren. Zijn lijk werd naar Engeland overgebracht en naast zijn vader begraven in een door zijn moeder gebouwd mausoleum in Farnborough.

De kleine prins (Le Petit Prince) uit het gelijknamige boek van Antoine de Saint-Exupéry is gebaseerd op Napoleon Eugène Lodewijk
10 Marie Paulette (Pauline) Bonaparte is geboren op vrijdag 20 oktober 1780 in Ajaccio, dochter van Carlo Maria Buonaparte (zie 1) en Maria Laetitia ( Madame Mère) Ramolino. Marie is overleden op donderdag 9 juni 1825 in Florence, 44 jaar oud.

Notitie bij Marie: Ze gold in haar tijd als een beroemde schoonheid.

Zij huwde op 17-jarige leeftijd Charles Leclerc, generaal in het leger van Napoleon, en vergezelde hem op zijn expeditie naar Santo Domingo om de slavenopstand aldaar neer te slaan. Ze bedroog haar echtgenoot aldaar met verschillende mannen maar stond hem wel bij op zijn sterfbed. Na Leclercs dood hertrouwde ze op 6 november 1803 met prins Camillo Borghese en ging met hem naar Rome. Napoleon kocht na het huwelijk voor een zeer schappelijke prijs de kunstcollectie van de familie Borghese voor het Louvre.

Pauline was Borghese echter al snel zat en vertrok naar Parijs alwaar haar gedrag enig schandaal veroorzaakte. Ze ontving in 1806 de titel van hertogin van Parma en Guastalla. In 1808 werd ze gouvernante-generaal van Piëmont. Vanwege haar oneerbiedige bejegening van Napoleons tweede echtgenote Marie Louise van Oostenrijk werd Pauline in 1810 van het hof in Parijs verwijderd. Toch vergezelde zij Napoleon in 1814 samen met haar moeder Maria Laetitia Ramolino naar Elba en zou ze hem in 1815 zelfs naar Sint-Helena hebben willen vergezellen. Zij leefde sinds 1815 gescheiden van haar echtgenoot en stierf in 1825 te Florence aan kanker.

Pauline is (als Paolina Borghese) door Antonio Canova in een bekende sculptuur als naakte Venus vereeuwigd.
Marie:
(1) trouwde, 16 of 17 jaar oud, in 1797 met Charles Victor Emmanuel Leclerc d’Ostin, 24 of 25 jaar oud. Charles is geboren op dinsdag 17 maart 1772 in Pontoise. Charles is overleden op dinsdag 2 november 1802 in Île de la Tortue (Tortuga), 30 jaar oud.

Charles Leclerc, illustratie uit Abel Hugo (1838). France militaire histoire des armées françaises de terre et de mer de 1792 à 1837.
Notitie bij Charles: was een Franse generaal en zwager van Napoleon Bonaparte.

Leclerc probeerde de opstand in de Franse kolonie Saint-Domingue neer te slaan en stierf daar aan gele koorts. Na zijn dood werden de Fransen definitief verslagen en werd de onafhankelijke republiek Haïti uitgeroepen.

In 1791, twee jaar na het uitbreken van de Franse Revolutie, begon Leclerc zijn militaire carrière als een vrijwilliger tijdens de Eerste Coalitieoorlog. Hij nam deel aan het Beleg van Toulon (1793) en de Slag bij Fleurus (1794) en vocht in Duitsland en Italië.

Leclerc steeg snel in rang en kreeg in 1797 promotie tot brigadegeneraal. Datzelfde jaar trouwde hij met Pauline Bonaparte, een zuster van Napoleon, nadat Napoleon hen samen in bed had betrapt.

Na deelname aan de invasiepoging in Ierland door de Franse generaal Humbert werd hij benoemd tot divisiegeneraal en steunde Napoleon tijdens zijn staatsgreep van 18 Brumaire in november 1799.

Hij had het bevel over drie divisies in de Slag bij Hohenlinden (1800) en werd vervolgens door Napoleon naar Portugal gestuurd. Daar was de Sinaasappeloorlog tussen Portugal en Spanje geëindigd met het Verdrag van Badajoz, waarmee Portugal haar bondgenootschap met Groot-Brittannië verbrak. Napoleon was echter ontevreden met het resultaat en stuurde de Franse troepen in Spanje, onder bevel van Leclerc, Portugal binnen. De Portugezen waren gedwongen om op 29 september 1801 het Verdrag van Madrid te tekenen, waarbij Portugal overeen kwam om 20 miljoen francs aan Frankrijk te betalen en Guyana aan Frankrijk af te staan.

In 1802 stuurde Napoleon zijn zwager naar de Franse kolonie Saint-Domingue (nu Haïti) om een opstand van de slaven neer te slaan (zie Haïtiaanse Revolutie). De Franse generaal Toussaint Louverture, zelf een voormalige slaaf, had daar een einde gemaakt aan de slavernij en zichzelf tot – feitelijk onafhankelijk – gouverneur voor het leven uitgeroepen.

Leclerc landde in februari 1802 op Haïti en wist met zo’n 30.000 troepen de rebellen te verslaan. Op 7 mei tekende Toussaint Louverture een vredesverdrag met de Fransen (op voorwaarde dat de slavernij niet opnieuw zou worden ingevoerd) en trok zich terug naar zijn boerderij. Drie weken later liet Leclerc echter Toussaint Louverture en zijn familie gevangennemen en naar Frankrijk deporteren, waar Toussaint Louverture in 1803 overleed.

De opstand brak opnieuw uit toen het duidelijk werd dat de Fransen de slavernij toch opnieuw wilden invoeren. Ondertussen brak een epidemie van gele koorts uit onder de Franse troepen. Ook Leclerc werd getroffen door de epidemie en stierf op 2 november. Een jaar later werden de Fransen definitief verslagen en in 1804 werd de republiek Haïti uitgeroepen, de tweede onafhankelijke republiek op het westelijk halfrond.

In Leclercs geboorteplaats Pointoise werd in 1869 een standbeeld van hem neergezet.
(2) trouwde, 23 jaar oud, op zondag 6 november 1803 met Camillo Filippo Ludovico Borghese, 28 jaar oud. Camillo is geboren op woensdag 19 juli 1775 in Rome. Camillo is overleden op dinsdag 10 april 1832 in Florence, 56 jaar oud.

Notitie bij Camillo: was een militair in het Franse leger en de echtgenoot van Pauline Bonaparte. Hij was als zoon van Marcantonio IV Borghese een telg uit het bekende Italiaanse geslacht Borghese.

Hij trad in 1796 in Franse dienst en huwde op 6 november 1803 Pauline, de tweede zuster van Napoleon Bonaparte en weduwe van generaal Charles Leclerc. In 1804 werd hij als prins in de Franse adelstand verheven. Hij werd in 1805 eskadronleider van de keizerlijke garde, snel daarop kolonel en nog later divisiegeneraal. In 1806 werd hij benoemd tot hertog van Guastalla, in 1808 tot gouverneur-generaal van Piëmont en in 1809 tot opperbevelhebber van de 27e en 28e legerdivisie.

Borghese zag zich in 1807 genoodzaakt de kunstcollectie van zijn familie aan Napoleon te verkopen maar wist deze in 1815 deels weer in handen te krijgen. Na de val van Napoleon gaf hij zich over aan de Oostenrijkers en handhaafde gedurende de machtsoverdracht de orde. Hij verliet Pauline en bracht zijn tijd na 1818 afwisselend in Florence en Rome door. Hij stierf op 10 april 1832 te Florence.
11 Maria Annunciata (Carolina) Bonaparte is geboren op maandag 25 maart 1782 in Ajaccio, dochter van Carlo Maria Buonaparte (zie 1) en Maria Laetitia ( Madame Mère) Ramolino. Maria is overleden op zaterdag 18 mei 1839 in Florence, 57 jaar oud.

Notitie bij Maria: Door haar ambitieuze en intrigerende karakter werd Murat, wie zij op 20 januari 1800 te Plailly huwde, keizerlijk luitenant in Spanje (1803), gouverneur van Parijs, maarschalk van Frankrijk (1804), groothertog van Berg en Kleef (1806) en uiteindelijk koning van Napels (1808). Daar Murat voor Frankrijk streed en vaak afwezig was regeerde zij in feite - en op bekwame wijze - over het land en verwierf zich daarmee enige populariteit.

Aanvankelijk was Napoleon niet zo blij met de keuze van Carolina. Maar dankzij Napoleons eerste vrouw Joséphine de Beauharnais, veranderde dit en kregen ze toestemming om te trouwen. Carolina ging naar dezelfde school als Joséphine’s dochter Hortense. Ze werden later goede vrienden. Hortense was overigens getrouwd met Carolina’s oudere broer Lodewijk, de Koning van Holland (1806-1810).

Ambitieus en macht-hongerig, werd zij Groothertogin van Berg en Kleef op 15 maart 1806. Zij werd dankzij haar broer, keizer Napoleon, de Koningin van Napels op 1 augustus 1808, toen haar man de tweede napoleontische Koning van Napels werd. Alle broers en zusters van Carolina hadden een politieke functie in Europa. Haar broer Jozef was eerst koning van Napels en daarna koning van Spanje, zus Elisa was Vorstin van Lucca en Piombino en Groothertogin van Toscane, Lucien was Vorst van Canino en Musignano en vooral een belangrijk staatsman in Frankrijk, Lodewijk en haar vriendin Hortense waren koning en koningin van het Koninkrijk Holland, en Pauline was hertogin van Parma en Guastalla. Haar jongere broertje Jérôme was de koning van het Koninkrijk Westfalen. Echter werden de meesten van haar broers en zusters al voor Napoleons definitieve nederlaag in Slag bij Waterloo (1815) onttroond.

Toen haar neefje werd geboren op 20 maart 1811, de latere Keizer Napoleon II, uit het tweede huwelijk van haar broer Napoleon met Aartshertogin Marie Louise van Oostenrijk werd haar hoop voor haar zoon Achille Napoleon dat die ooit keizer van Frankrijk zou worden, vernietigd. Daarom sloot Carolina zich aan bij Napoleons vijand, Klemens Wenzel von Metternich. Toen hij in zijn poging faalde om de Franse troon voor Murat te beveiligen, werd de laatst genoemde geëxecuteerd op 13 oktober 1815. Daarna vluchtte Carolina naar het Oostenrijkse Keizerrijk. Ze stierf op 18 mei 1839 in de Italiaanse stad Florence. Één van haar directe nakomelingen is de Amerikaanse acteur René Auberjonois.
Heerlijkheid:
princesse française, prinses Murat, groothertogin van Berg, koningin van Napels, later gravin de Lipona.
Maria trouwde, 17 of 18 jaar oud, in 1800 met Joachim Murat, 32 of 33 jaar oud. Joachim is geboren op woensdag 25 maart 1767 in Labastide-Fortunière, Frankrijk. Joachim is overleden op vrijdag 13 oktober 1815 in - Pizzo, Calabrië, 48 jaar oud.

Notitie bij Joachim: Hij was de zoon van een herbergier. In 1789 begon hij met zijn militaire carrière en in 1796 nam hij als adjudant deel aan Napoleons Italiaanse veldtocht. Hier begon de gemeenschappelijke loopbaan van de twee mannen. Hij was succesvol bij Napoleons Egyptische expeditie en werd in 1799 tot divisiegeneraal benoemd. In november van datzelfde jaar steunde hij Napoleon bij de val van het Directoire. Het jaar daarop huwde hij Napoleons jongste zuster Carolina Bonaparte.

In 1804 werd hij maarschalk van Frankrijk, in 1805 keizerlijk prins en in 1806 groothertog van Berg. Zijn grootste onderscheiding ontving hij op 15 juli 1808 toen de keizer hem als opvolger van Jozef Bonaparte tot nieuwe koning van het door hem ingenomen Koninkrijk Napels verhief.

Murat moderniseerde hier het staatsbestuur en de rechtsorde. Napoleon verdacht hem ervan de macht in Frankrijk te willen overnemen en na de Russische veldtocht ontstond er een breuk. Na de Slag bij Leipzig sloot hij zich bij Oostenrijk (11 januari 1814) aan en kon zo op de troon blijven. Omdat de onderhandelingen op het Congres van Wenen er voor hem weinig gunstig uitzagen, keerde hij gedurende de Honderd Dagen terug naar de kant van Napoleon en verklaarde de oorlog aan Oostenrijk (zie Napolitaanse Oorlog). Hij trok met zijn leger naar de Po en proclameerde in maart 1815 een onafhankelijk Italië met zichzelf als koning.

In de Slag bij Tolentino van 2 en 3 mei 1814 werd hij echter door de Oostenrijkers en de oude Napolitaanse koning Ferdinand IV verslagen. Op 22 juni 1815 viel Napoleon en Murat vluchtte naar Corsica. Van daaruit trachtte hij in september nog zijn oude koninkrijk binnen te vallen, maar hij werd bij zijn landing in Calabrië gevangengenomen.

Joachim Murat werd ter dood veroordeeld en op 13 oktober 1815 gefusilleerd. Hij bleef kalm, wenste niet geblinddoekt te worden en sprak terwijl hij fier rechtop stond de woorden: "Spaar mijn gezicht - richt op mijn hart - vuur!". Hij liet vier kinderen na, van wie Lucien Murat enige bekendheid geniet.

Murat ligt begraven op de begraafplaats Pere Lachaise in Parijs.

Murats geboorteplaats Labastide-Fortunière heet tegenwoordig Labastide-Murat.
Heerlijkheid:
van 1808 tot 1815 koning van Napels.
Kinderen van Maria en Joachim:
1 Achille Karel Lodewijk Napoleon Murat, geboren op woensdag 21 januari 1801. Volgt 12.
2 Maria Laetitia Joséphine Annunciata Murat, geboren op maandag 26 april 1802. Volgt 13.
3 Lucien Karel Jozef Napoléon Murat, geboren op vrijdag 6 mei 1803 in Milaan. Volgt 14.
4 Louise Julie Carolina Murat, geboren op donderdag 21 maart 1805. Volgt 15.
12 Achille Karel Lodewijk Napoleon Murat is geboren op woensdag 21 januari 1801, zoon van Joachim Murat en Maria Annunciata (Carolina) Bonaparte (zie 11). Achille is overleden op donderdag 15 april 1847, 46 jaar oud. Achille trouwde met Catherine Willis Gray. Catherine is overleden.
13 Maria Laetitia Joséphine Annunciata Murat is geboren op maandag 26 april 1802, dochter van Joachim Murat en Maria Annunciata (Carolina) Bonaparte (zie 11). Maria is overleden op maandag 21 maart 1859, 56 jaar oud. Maria trouwde met Guido Taddeo Marchese Pepoli. Guido is overleden.
14 Lucien Karel Jozef Napoléon Murat is geboren op vrijdag 6 mei 1803 in Milaan, zoon van Joachim Murat en Maria Annunciata (Carolina) Bonaparte (zie 11). Lucien is overleden op woensdag 10 april 1878 in Parijs, 74 jaar oud.

Notitie bij Lucien: Hij groeide op te Napels en vergezelde na de val van Napoleon in 1815 zijn moeder naar Triëst. Hij verbleef later te Venetië en begaf zich in 1824 evenals zijn oudere broer Achille Murat naar de Verenigde Staten, alwaar hij in 1831 de Amerikaanse Caroline Georgina Fraser huwde. Vanwege financiële problemen stichtte hij een meisjeskostschool. Na de revolutie van 1848 keerde hij terug naar Frankrijk. Hij werd daar tot lid van de Nationale Vergadering gekozen en werd in 1849 door president Karel Lodewijk Napoleon Bonaparte tot gezant te Turijn benoemd. In 1852 werd hij tot senator benoemd en in 1853 ontving hij de titel van prins. In het kader van de stichting van de eenheidsstaat Italië (zie Risorgimento) verklaarde hij met steun van Napoleon III in 1861 pretendent naar de troon van Napels te zijn.

Hij stierf op 10 april 1878 en liet drie zoons en twee dochters na.
Lucien trouwde, 27 of 28 jaar oud, in 1831 in Verenigde Staten met Caroline Georgina Fraser. Caroline is overleden.
15 Louise Julie Carolina Murat is geboren op donderdag 21 maart 1805, dochter van Joachim Murat en Maria Annunciata (Carolina) Bonaparte (zie 11). Louise is overleden op zondag 1 december 1889, 84 jaar oud. Louise trouwde met Giulio Conte Rasponi. Giulio is overleden.
16 Jérôme ( König Lustig) Bonaparte is geboren op maandag 15 november 1784 in Ajaccio, zoon van Carlo Maria Buonaparte (zie 1) en Maria Laetitia ( Madame Mère) Ramolino. Jérôme is overleden op zondag 24 juni 1860 in Kasteel Villegenis bij Parijs, 75 jaar oud.

Jérôme met ster en commandeurskruis van zijn Orde van de Kroon van Westfalen door Sophie Lienard
Notitie bij Jérôme: Op last van zijn broer was hij van 1807 tot 1813 als Hiëronymus Napoleon koning van Westfalen. Als enige van de gebroeders Bonaparte speelde hij ook een politieke rol onder Napoleon III.

Hij bezocht het Collège de Juilly en begon na de staatsgreep van 18 Brumaire, na een korte tijd in de garde van zijn broer te hebben gediend, een carrière in de marine. Als marineluitenant begeleide hij in 1801 generaal Charles Leclerc, de man van zijn zuster Pauline, naar Haïti. Van daaruit zeilde hij naar Martinique en begaf hij zich, achtervolgd door de Engelsen, naar de Verenigde Staten.

In Baltimore huwde hij op 27 december 1803 de rijke koopmansdochter Elizabeth Patterson (1785-1879). Uit het huwelijk werd een zoon geboren, Jérôme Napoleon Bonaparte (1805-1870), wiens nakomelingen in Amerika zouden blijven en die in Frankrijk opzien baarde door zijn grote gelijkenis met Napoleon I. In mei 1805 keerde Jérôme terug naar Frankrijk, waar hij op bevel van zijn keizerlijke broer van Patterson scheidde.

Jérôme bevrijdde vervolgens in opdracht van Napoleon 250 Genuezen die door de dey van Algiers, Mustafa VI, in slavernij werden gehouden. Daarna leidde hij onder opperbevel van Jean-Baptiste Philibert Willaumez een eskader naar Martinique, van waaruit hij eind 1806 terugkeerde. Inmiddels tot prince français benoemd (24 september 1806), maar zonder opvolgingsrecht, leidde hij in de strijd tegen Pruisen met Dominique Vandamme het 10e legerkorps in Silezië. Hij trok op 6 januari 1807 Breslau binnen en veroverde meerdere vestingen.

Jérôme sloot in augustus 1807 een nieuw huwelijk met prinses Catharina van Württemberg (1783-1835), de dochter van koning Frederik I van Württemberg. Enige maanden later kreeg hij in navolging van zijn broers Jozef - koning van Napels - en Lodewijk - koning van Holland - een troon. Napoleon benoemde hem op 1 december 1807 tot koning van het nieuwe koninkrijk Westfalen, dat was samengesteld uit onder meer het voormalige hertogdom Brunswijk, Hessen-Kassel en delen van Hannover en Pruisen. Als koning leefde hij met veel pracht en praal, goedmoedig, maar onbekommerd om het wel een wee van zijn volk. Zijn verkwistende levensstijl, gecombineerd met Napoleons steeds groter wordende eisen, ruïneerden ’s lands financiën. Zijn bijnaam König Lustig dankte hij aan de enige Duitse woorden die hij sprak, het dagelijks herhaalde Morgen wieder lustig. In het dialect van Noord-Hessen leeft zijn naam in de vorm Schrohm voort als aanduiding voor een schalk of rokkenjager.

De koning verleende zijn land een op Franse leest geschoeide grondwet. De regionale rechtsverschillen, de voorrechten van adel en geestelijkheid en de lijfeigenschap werden afgeschaft en Frans recht en bestuur ingevoerd. De potentieel heilzame invloed van deze maatregelen werd tenietgedaan door de hoge belasting en de drukkende dienstplicht. Ook veroorloofde Napoleon zich willekeurige ingrepen in zijn Westfaalse satellietstaat. De malaise provoceerde verschillende opstanden tegen het bonapartistische regime, met name in 1809 te Marburg, onder Wilhelm von Dörnberg, en in Maagdenburg.

Jérôme nam in Napoleons strijd tegen Oostenrijk van 1809 deel aan de inval in Saksen en kwam in 1812 als aanvoerder van het 4e legerkorps naar Polen. Door zijn nalatigheid kon Pjotr Bagration zich op 6 augustus met Michael Andreas Barclay de Tolly verenigen, waarvoor Napoleon hem terugstuurde naar Westfalen. Aleksandr Tsjernysjov verdreef Jérôme op 30 september 1813 uit zijn hoofdstad Kassel. Hij keerde voor korte tijd terug, maar vluchtte toen hij vernam van de afloop van de Volkerenslag bij Leipzig opnieuw en nu definitief zijn land, zij het met enige miljoenen in contanten en vele kunstschatten. De geallieerden hieven het koninkrijk terstond op.

Na de Eerste Vrede van Parijs (1814) verbleef Jérôme enige tijd in Zwitserland, vervolgens in Graz en sinds 1815 in Triëst. In 1815 tot pair benoemd, steunde hij Napoleon gedurende de Honderd Dagen en streed hij in de slagen bij Ligny en Waterloo. Na Napoleons definitieve nederlaag ging hij naar Zwitserland en vervolgens naar zijn vrouw in Ellwangen. De koning van Württemberg verleende hem op 1 augustus 1816 de titel vorst van Montfort.

Hij leefde sinds 1816 in Oostenrijk, sinds december 1819 weer in Triëst, sinds 1821 in Schönau bij Wenen en sinds 1827 in Rome. Na zijn verbanning uit de Kerkelijke Staat in 1831 leefde hij eerst in Lausanne, daarna meestal in Florence en sinds 1840 in België. In 1847 kreeg hij toestemming naar Frankrijk terug te keren. Nadat zijn neef Lodewijk Napoleon (Napoleon III) in 1848 tot president was gekozen, werd hij gouverneur van de Invalides en maarschalk van Frankrijk. Bij de troonsbestijging van zijn neef (1852) werd hij erkend als Frans prins van den bloede met het predicaat Keizerlijke Hoogheid en als mogelijk troonopvolger en werd hij president van de senaat. Hij sloot in 1853 een derde morganatisch huwelijk met Giustina Pecori-Suárez (1811-1903) en stierf in 1860.
Jérôme:
(1) trouwde, 19 jaar oud, op zaterdag 24 december 1803 met Elizabeth "Betsy" Patterson, 18 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Jérôme en Elizabeth: door de aartsbisschop van Baltimore.
Elizabeth is geboren op zondag 6 februari 1785 in Baltimore. Elizabeth is overleden op vrijdag 4 april 1879 in Baltimore, 94 jaar oud.

Notitie bij Elizabeth: Jérôme’s broer Napoleon beval zijn broer terug naar Frankrijk en verklaarde het huwelijk ongeldig. Jérôme keerde terug naar Frankrijk met Elizabeth, maar zij mocht niet aan wal komen. In 1805 beviel ze in Londen van een zoon: Jérôme Napoleon Bonaparte. Jerome gaf toe aan zijn broer, nam dienst in de Franse marine en huwde prinses Catharina van Württemberg.

Elizabeth keerde terug naar Baltimore met haar zoon. Ze ligt begraven op Greenmount Cemetery, Baltimore, Maryland.

Ironisch genoeg trouwde de weduwe van haar broer met een oudere broer van Arthur Wellesley, 1e Hertog van Wellington, welke keizer Napoleon versloeg.
(2) trouwde, 22 jaar oud, op zaterdag 22 augustus 1807 in Parijs met Catharina van Württemberg, 24 jaar oud. Catharina is geboren op vrijdag 21 februari 1783 in Sint-Petersburg, dochter van Frederik I van Württemberg en Augusta Caroline van Brunswijk. Catharina is overleden op zaterdag 28 november 1835 in Lausanne, 52 jaar oud.

Notitie bij Catharina: Opgegroeid in Sint-Petersburg werd ze na de vroege dood van haar moeder in 1788 in Montbéliard door haar grootmoeder Frederike Sophie Dorothea opgevoed. Na haar dood in 1798 kwam ze terug bij haar vader in Stuttgart. In juni 1805 benoemde keurvorst Frederik van Württemberg haar tot abids van het adellijke vrouwensticht Oberstenfeld. Nog eind 1805 werd op aandrang van keizer Napoleon een politiek huwelijk met Napoleons jongste broer Jérôme Bonaparte gepland. Op 12 augustus 1807 werd haar huwelijk als tweede vrouw bij prokuratie in Stuttgart bekend gemaakt. Op 18 augustus werd Jérôme koning van Westfalen en op 22 augustus werd te Parijs het burgerlijk huwelijk gelosten, een dag later het kerkelijk.

Direct na het huwelijk verliet het paar Parijs richting Kassel, de residentie van het nieuwe koninkrijk Westfalen. Tijdens de afwezigheid van Jérôme gedurende de veldtocht in Rusland van 1812 was Catharina regentes. Bij de opmars van de Russsische troepen na de door Frankrijk verloren slag bij Leipzig vluchtte Catharina in 1813 naar Triëst. Ondanks de druk van haar vader zich van Jérôme los te maken hield ze haar huwelijk in stand. Na de nederlaag van Waterloo nam de koning van Württemberg zijn dochter en schoonzoon, die nu de titel graaf van Harz voerde in Württemberg op en bracht ze in de sloten Göppingen en Ellwangen onder. Omdat de geallieerden aandrongen op het neerleggen van de titels prins Napoleon en graaf van Harz, benoemde de koning ze op 1 augustus 1816 tot vorst en vorstin van Montfort. Vervolgens leefden ze in ballingschap in Oostenrijk, Italië en Zwitserland. Omdat ze waterzucht kreeg reisde Catharina van Florence naar Lausanne, waar ze in 1835 overleed.

Catharina werd na haar dood bijgezet in de kapel van Slot Ludwigsburg.
Heerlijkheid:
prinses van Württemberg en van 1807 tot 1814 koningin van Westfalen
Kind van Jérôme en Elizabeth:
1 Jérôme Napoleon Bonaparte, geboren op zondag 7 juli 1805 in Camberwell. Volgt 17.
17 Jérôme Napoleon Bonaparte is geboren op zondag 7 juli 1805 in Camberwell, zoon van Jérôme ( König Lustig) Bonaparte (zie 16) en Elizabeth "Betsy" Patterson. Jérôme is overleden op vrijdag 17 juni 1870 in Baltimore, 64 jaar oud.
Notitie bij Jérôme: hij leefde in de Verenigde Staten met zijn moeder. Haar huwelijk was ongeldig verklaard op last van de Franse keizer. Met die ongeldigverklaring verviel ook het recht de naam Bonaparte te dragen. Die beslissing werd later door keizer Napoleon III weer teruggedraaid.
Jérôme Napoleon Bonaparte overleed in Baltimore, Maryland en is begraven op Loudon Park Cemetery, Baltimore.
Jérôme trouwde met Susan May Williams. Susan is overleden.
Kinderen van Jérôme en Susan:
1 Jérôme Napoleon Bonaparte II, geboren op vrijdag 5 november 1830. Jérôme is overleden op zondag 3 september 1893 in Pride’s Crossing, Massachusetts, 62 jaar oud.

Notitie bij Jérôme: Hij studeerde aan de Amerikaanse militaire academie West Point en diende in Texas bij de Mounted Rifles.

Hij diende zijn ontslag bij het Amerikaanse leger in om dienst te kunnen nemen in het leger van zijn neef keizer Napoleon III. Hij vocht in Algiers, Italië, de Krimoorlog en tijdens de Frans-Duitse Oorlog. In 1854 werd hij bevorderd tot kolonel. In 1871 nam hij ontslag uit het Franse leger en keerde terug naar de Verenigde Staten. Daar trouwde hij met Caroline Le Roy Appleton Edgar. Uit dit huwelijk worden twee kinderen geboren:

Louise-Eugénie Bonaparte (1873–1923). Zij trouwde in 1896 met Adam Karl graaf von Moltke-Huitfeld (1864–1944)
Jérôme Napoleon Charles Bonaparte (1878 – 1945), gehuwd in 1914 met Blanche Pierce Steinbeigh
2 Charles Joseph Bonaparte, geboren op maandag 9 juni 1851 in Baltimore (Maryland), 9 juni 1851. Volgt 18.
18 Charles Joseph Bonaparte is geboren op maandag 9 juni 1851 in Baltimore (Maryland), 9 juni 1851, zoon van Jérôme Napoleon Bonaparte (zie 17) en Susan May Williams. Charles is overleden op dinsdag 28 juni 1921 in Baltimore (Maryland), 9 juni 1851, 70 jaar oud.

Notitie bij Charles: Charles bezocht de Universiteit van Harvard en de Harvard Law School en werd daarna advocaat in Baltimore. Later werd hij later een prominente figuur in gemeentelijke en landelijke hervormingsbewegingen. Hij was lid van 1902 tot 1904 lid van de Board of Indian Commissioners, in 1904 voorzitter van de National Civil Service Reform League en vertrouweling van de Catholic University of America. In 1905 benoemde president Theodore Roosevelt hem in het kabinet tot secretaris van de marine. Van 1906 tot het eind van Roosevelts ambtstermijn in 1909 was hij advocaat-generaal. Hij was een van de hoofdverantwoordelijken voor het beëindigen van het tabaksmonopolie. In 1908 richtte hij het Bureau of Investigation (BOI) op, dat later de FBI werd.

Charles Joseph Bonaparte stierf op zeventigjarige leeftijd. Hij was sinds 1 september 1875 getrouwd met Ellen Channing maar liet geen kinderen na.
Charles trouwde, 24 jaar oud, op woensdag 1 september 1875 met Ellen Channing. Ellen is overleden.
Gegenereerd met Aldfaer versie 4.2 op 16-05-2011 11:42 door Burssens Guido